Tuesday, 10 May 2016

Sally Morgenthaler: Mensen verwelkomen in Gods aanwezigheid (deel 2)

Het centrale paradigma van Sally Morgenthaler's spraakmakende boek Worship Evangelism (1995) was dat onze samenkomsten ofwel bevestigen ofwel ontkrachten wat we verkondigen over God. Ongelovigen – kerkelijk of buitenkerkelijk - trekken hun conclusies over de echtheid en de betekenis van God op basis van wat zij al dan niet zien gebeuren in onze samenkomsten. Horen ze in de kerk alleen maar praten over God, of ervaren ze zijn aanwezigheid, bespeuren ze dat er ‘iets bovennatuurlijks’ plaatsvindt dat echt is en dat levens daadwerkelijk verandert?

Morgenthaler hield gereformeerde en evangelische kerken een spiegel voor die twintig jaar later onverminderd actueel lijkt. Met een checklist van 'essentials' voor de eredienst.


In twee delen: een samenvatting van dit spraakmakende boek, die ik ooit publiceerde op de website van opinieblad cv koers.


Samenvatting van ‘Worship Evangelism’ (Sally Morgenthaler)
Zoekers nodigen in Gods aanwezigheid (deel 2)

Als we postchristelijke zoekers willen bereiken met onze kerkdiensten, dan moeten die niet nog laagdrempeliger worden, maar weer echt bijbels. In een bijbelse eredienst kunnen zoekende en geschonden mensen tot een persoonlijke ontmoeting komen met de levende God. Dat betekent dat er heel wat moet veranderen aan onze evangelische en gereformeerde diensten, betoogt gemeenteconsulent Sally Margenthaler in haar spraakmakende boek Worship Evangelism. Een samenvatting (deel 2, slot).

Door Ronald Westerbeek

In het eerste deel van haar boek – In Search of the Real Thing – zette Morgenthaler uiteen waarom zowel moderne, laagdrempelige diensten als traditionele diensten niet alleen falen in het bereiken van buitenkerkelijke zoekers, maar ook in het bevorderen van het discipelschap van gemeenteleden. Je komt misschien met een goed gevoel de kerk uit en misschien heb je best iets geleerd – maar heb je ook God ontmoet? Een echte ontmoeting met God werkt meer uit dan een goed gevoel en toegenomen kennis: het verandert je hart en bewerkt veranderde levens.
In navolging van de reformatorische theoloog Robert E. Webber (Wheaton College), stelt Morgenthaler dat onze kerkdiensten weer moeten veranderen in daadwerkelijke, interactieve ontmoetingen met God. Niet omdat deze cultuur dit vraagt, maar omdat het bijbels is. In dit tweede deel van haar boek, werkt ze dit verder uit.


Deel II
Unpacking the Worship Evangelism Paradigm

Hoofdstuk 4
Worship Evangelism: de redenen

Gaan aanbidding en evangelisatie wel samen?
In aanbidding kunnen zondige en gebroken mensen Gods helende aanwezigheid ondervinden. God heeft onze aanbidding zo bedoeld om te getuigen van zichzelf. Zou het niet Gods verlangen zijn om de geestelijke honger te vervullen van de zoeker die onze kerkdeuren binnen gaat? Zou Gods hart niet uitgaan naar zoekende en gewonde mensen, die hunkeren naar heling en vervulling?
Als het goed is zijn onze kerkelijke structuren en instellingen dienstbaar aan datgene wat God doet of wil doen. Geestelijk gezonde kerken volgen de leiding van de Geest van Christus en blijven dus flexibel en bereid zich aan te passen aan wat de Geest in hun midden werkt. Dit veronderstelt dus ook flexibiliteit in onze erediensten.

Kerkelijke erediensten zijn altijd bedoeld als publieke samenkomsten, die voor iedereen vrij toegankelijk zijn. Ook in de Bijbel zijn aanbiddingsdiensten waar zoekers welkom zijn en kunnen binnenlopen volstrekt gangbaar (zie ook 1 Kor. 14: 23-25). In het Nieuwe Testament zijn de samenkomsten van de gemeente zelfs nadrukkelijk bedoeld als evangelisatie. Daarbij is God er niet op uit dat bezoekers onze aanbidding observeren. Hij wil dat zij zelf ook aanbidders worden.
Wat doen we met potentiële aanbidders? Het is goed om ze op te nemen in groeigroepen, gespreksgroepen, cursussen et cetera. Maar in dat rijtje ontbreekt iets, namelijk: aanbidding. We doen alsof aanbidding alleen voor gelovigen is. Maar waarom zouden we zoekers iets onthouden dat mogelijk levensveranderend is, helend en bevrijdend: de ontmoeting met de levende God?
Aanbidding is niet alleen voor de volwassenen in het geloof. Het is juist ook voor hen die hongeren en dorsten.

Intentie en dimensie
Het is wel belangrijk om onderscheid te maken tussen evangelisatie en aanbidding. Wat daarbij helpt, is het verschil te zien tussen intentie en dimensie. Alles wat we doen als kerk, heeft een missionaire dimensie, maar niet alles heeft een missionaire intentie. Maak van aanbidding geen evangelisatiemiddel: hou het zuiver en laat het niet op de mens gericht zijn, maar altijd op God. De intentie van aanbidding is immers: God grootmaken. Maar aanbidding heeft wel degelijk een evangeliserende dimensie, zoals een andere dimensie is dat het je helpt groeien in discipelschap. Evangelisatie is de natuurlijke vrucht van aanbidding die authentiek is en vol van Gods aanwezigheid en waarheid. Aanbidding die mensen verandert, getuigt; aanbidding die getuigt, verandert mensen.

Hoe getuigt aanbidding dan?
Hoe vindt die evangelisatie dan plaats in een aanbiddingssamenkomst? In de eerste plaats horen ongelovigen Gods waarheid (in de liedteksten, de gebeden, het avondmaal, de schriftlezingen, de getuigenissen, de preek, etc). In de tweede plaats, en dat is nog belangrijker, zien ze de echte relatie tussen aanbidders en God.
Het is geen moment de bedoeling om te suggereren dat de preek onbelangrijk zou zijn - integendeel. Maar Gods waarheid en de uniciteit van Christus worden vooral gecommuniceerd door de aanbidders en de aanbidding, en pas in de tweede plaats door de Woordverkondiging. Te zien en ervaren dat het Evangelie waarheid is in de levens van mensen, is getuigender dan erover te horen. Webber zegt het zo: ,,Aanbidding is het Evangelie in beweging, het Evangelie aan het werk’’. Wie aanbidding ervaart, ervaart de werkende aanwezigheid van God.


Hoofdstuk 5
Worship Evangelism: The Essentials

Aanbidding waar iets gebeurt
Waarom zouden zoekers naar je eredienst komen en nog terugkomen ook? Wat maakt het genoeg de moeite waard en waar is nooit ‘het nieuwtje af’? Als de samenkomst echt een ontmoeting is tussen mensen en God. Dan gebeurt er pas écht iets.
Relaties draaien altijd om vier elementen: nabijheid, kennis, kwetsbaarheid en interactie. Alleen als die vier elementen aanwezig zijn in een relatie, kan de relatie groeien in intimiteit en een bevredigende, betekenisvolle relatie worden.
Ditzelfde geldt ook voor onze relatie met God. In onze persoonlijke aanbidding, maar ook in onze gezamenlijke aanbidding in de samenkomsten, vormen deze vier elementen de essentiële basisingrediënten.

1. Nabijheid – het besef van Gods aanwezigheid
Het besef van Gods bovennatuurlijke aanwezigheid is de eerste essentiële voorwaarde. Als God zijn persoonlijke aanwezigheid openbaart in onze aanbidding, kan het niet anders of het begint te zinderen: waar zijn nabijheid wordt ervaren, ervaren we immers verwachting, diepe vreugde, hoop en vrede.
Natuurlijk is God altijd en overal aanwezig. We hoeven geen omgeving te creëren om Hem erbij te laten zijn, zoals in sommige charismatische kringen gesuggereerd wordt. Maar wat wel nodig is, is dat zijn aanwezigheid ook aan ons geopenbaard wordt: we moeten ons bewust worden van zijn nabijheid en ontvankelijk worden. In de gezamenlijke aanbidding wil God de blinddoeken van onze ogen doen en ons een glimp laten opvangen van zijn adembenemende, Goddelijke aanwezigheid.
In Gods nabijheid mogen we zijn zegeningen ontvangen: vernieuwing (Hosea 6:3), verandering naar het beeld van zijn heerlijkheid (2 Kor. 3:17-18), bevrijding (Psalm 97:3), troost (Jesaja 51:12), vreugde (Psalm 16:11, Jesaja 51:11) en vrede (Jesaja 9:6). Het is geen toeval dat dit precies datgene is, waar de wereld naar hongert en dorst.

Missen we het nog?
Niet veel mensen ervaren die ‘nabijheid’ van God in onze kerkdiensten. Hoe goed de muziek ook is of hoe cool de filmpjes op de beamers, dat is niet waar zoekers naar op zoek zijn. Waarom zouden ze in vredesnaam naar onze diensten komen, als ze Gods nabijheid er niet ervaren? Aanbidding zonder de ervaring van Gods aanwezigheid, is net zoiets als in jezelf praten – maar dan saaier. Als kerkmensen zijn we misschien zo gewend geraakt aan het niet ervaren van Gods aanwezigheid, dat we het niet eens missen. Maar een zoeker zal het zeker missen.

Gods verantwoordelijkheid of de onze?
Gods nabijheid is niet iets dat we ‘ teweegbrengen’ door bepaalde omstandigheden te creëren, het is niet manipuleerbaar. Het is evenmin zo dat we maar moeten afwachten of God nabij zal zijn. God is aanwezig, maar het is aan ons om ‘in te gaan’ in zijn aanwezigheid.
Hoewel we Gods nabijheid niet kunnen manipuleren, kan God zijn zelfopenbaring wel van ons laten afhangen. ,,Nader tot God en Hij zal tot u naderen’’, schrijft Jakobus. God kan wachten met zijn aanwezigheid aan ons te openbaren, Hij kan wachten tot wij dicht bij Hem komen. C.S. Lewis zei daarover: ,,It is in the process of being worshipped that God communicates His presence to men.’’
 Twee elementen zijn daarin onmisbaar: waarheid en lofprijzing. God openbaart zich in waarheid (Johannes 8: 31-32, Psalm 25: 8-10). En God troont op onze lofzangen (Psalm 22:4). Ontbreekt de onversneden, bijbelse Waarheid van het koningschap van Jezus en van zonde, gerechtigheid en genade, of ontbreekt onze toegewijde aanbidding, dan kun je nog zo’n doortimmerde preek hebben of nog zo’n doordachte liturgie, maar daarmee zal je niet Gods aanwezigheid kunnen bewerkstelligen.

2. Kennis – christocentrische aanbidding
De tweede basisvoorwaarde is kennis: weten wie we aanbidden. We aanbidden geen onpersoonlijke goddelijke kracht of aanwezigheid, maar de God van Abraham, Izaak en Jakob, de God die zich in zijn Woord openbaart: heilig, rechtvaardig, toornend over de zonde, jaloers, genadevol, liefdevol. Dit betekent dat Gods karakter, zoals Hij dit in zijn Woord aan ons openbaart, integraal deel moet uitmaken van onze samenkomst. Geen eenzijdige nadruk op alleen zijn liefde, of alleen zijn toorn over de zonde, maar zijn hele wezen. Laat de hele dienst – niet alleen de preek – christocentrisch zijn: gericht op Christus en zijn genade. Laat alles ervan doordrongen zijn dat we zondiger tegenover God staan dan we ooit kunnen peilen, en tegelijk geliefder door God dan we zouden durven dromen. De Here Jezus Christus kreeg wat wij verdienden: de doodstraf op de zonde, opdat wij ontvangen wat Hij verdient: vrijspraak en Gods eeuwige liefde.
Vaak worden liederen gezocht bij het thema van de preek. Maar dan is de aanbidding al snel eenzijdig, en zeker niet evangeliserend. In plaats daarvan zou ook de aanbidding verkondiging moeten zijn van Gods karakter en zijn Evangelie in Christus. De hele samenkomst moet daarvan doordrongen zijn en de genade in Christus verkondigen aan gelovigen en zoekers.

3. Kwetsbaarheid – je openstellen voor God
We verlangen ernaar God te kennen, maar evenzeer verlangen we ernaar door Hem gekend te zijn. In het diepst van ons hart hunkeren we ernaar om kwetsbaar bij Hem te mogen zijn, om te weten dat Hij van ons houdt ook al kent Hij ons in onze allerslechtste momenten. Zeker in onze tijd is dit een diep verlangen van veel mensen: zich gekend en onvoorwaardelijk geliefd te weten.
Eerlijkheid en authenticiteit zijn meer dan ooit belangrijk. Mensen moeten ervaren dat ze gebroken, geschonden en zondig bij Christus (en in zijn gemeente!) mogen komen. Dat juist dit de essentie is van de genade van Christus.

Verbroken van hart
Dit impliceert niet dat je zonde relativeert, integendeel: wees heel duidelijk over zonde en de noodzaak van vergeving. Als mensen naderen tot God, zal je zien dat zonde heus geen begrip is waarmee je niet meer aan kunt komen. Juist in aanbidding overtuigt de Geest ons van zonde en worden we eerlijk over wie we zijn voor God. Aanbidding helpt ons om tot bezinning te komen en ons over te geven aan God, of we nu christenen zijn of zoekers.
Als onze aanbidding werkelijk een plaats is waar mensen kwetsbaar mogen zijn en eerlijk kunnen worden tegenover God, en waar God hen kan helen door zijn Evangelie, dan zullen onze samenkomsten nooit meer dezelfde zijn.

4. Interactie – participeren in een relatie met God en anderen
In onze kerkdiensten hebben we de meeste handelingen gedelegeerd naar de dominee op de kansel (traditionele dienst) of de mensen op het podium (moderne dienst). We zitten op onze stoel en kijken toe. Maar we kunnen niet werkelijk deel hebben aan de aanbidding, niet werkelijk deelnemen, als we nauwelijks expressiemogelijkheden hebben. Mensen kunnen geen interactie met God hebben, als ze zelf niets kunnen doen.
Morgenthaler reikt tal van suggesties aan, variërend van ‘ open gebed’  tot ruimte bieden aan mensen om te knielen of stil in gebed te gaan, van het delen van getuigenissen tot in drietallen met en voor elkaar bidden.

Waar het om draait
Aanbidding die interactief is, zowel verticaal (tussen God en mens) als horizontaal (tussen mensen onderling), is bijbelse aanbidding. Zulke aanbidding heeft een diepe uitwerking op levens van mensen. Het opent niet alleen communicatielijnen met een heilige en liefdevolle God, maar bewerkt ook heling en groei voor hen die geroepen zijn in Gods naam.
Als we echt willen dat onze samenkomsten evangeliserend zijn, als we echt verschil willen maken in de levens van mensen, dan zorgen we ervoor dat iedereen actief kan deelnemen. Dat vergt creativiteit en we moeten best wat drempels over. Maar het zal mensen tot zegen strekken, als we hen in de aanwezigheid van God mogen brengen.


Hoofdstuk 6
Culturele relevantie opnieuw doordenken

Er moet altijd contextualisatie plaatsvinden, het Woord moet incarneren in elke tijd en cultuur. Wat in de ene cultuur betekenisvol is, heeft in een andere cultuur geen betekenis of een hele andere lading. Zendelingen weten dat, en in onze postchristelijke cultuur zijn we inmiddels ook zendingskerk in eigen land.
Morgenthaler benoemt vervolgens een aantal culturele verschuivingen en haalt opnieuw de reformatorische theoloog Webber aan, die stelt dat de protestantse diensten te eenzijdig rationeel zijn geworden en te eenzijdig nadruk leggen op de verbale communicatie – de zinsnede dat geloof ‘door het Woord’  is, zijn we gaan vereenzelvigen met verbale communicatie, terwijl bedoeld is: door het Evangelie van Christus, de Logos.
Betekende ‘culturele gevoeligheid’  in de jaren tachtig wellicht dat we bepaalde traditionele en spirituele elementen uit de diensten moesten verwijderen, inmiddels betekent het dat juist spiritualiteit weer een plaats moet krijgen, maar ook besef van de eeuwenoude traditie van de kerk.
‘Cultureel relevant’  betekent niet dat de traditie er niet meer toe doet, en evenmin dat we gegijzeld worden door de eigentijdse cultuur. De kerk zal immers ook altijd tegencultuur zijn, vanuit het ‘op-de-kop-karakter’ van het Evangelie van Christus. Het gaat er niet om de nieuwste trends te volgen, maar om echt te zijn, authentiek: mensen in de aanwezigheid van God nodigen, de Logos present te stellen, het Koninkrijk verkondigen, de liefde van Christus beantwoorden, en in dit alles oprecht en eerlijk zijn.


Deel III
Worship Evangelism Applied

In dit derde deel (dat de tweede helft van het boek beslaat, p. 145-300) werkt Morgenthaler het voorgaande heel concreet en praktisch uit. Uitvoerig analyseert de verschillen tussen de generatie van babyboomers (Boomers) en de generatie die in de jaren negentig opkwam (Busters), zeg maar: Generatie Nix. Hoewel hier merkbaar is dat het boek inmiddels ruim tien jaar oud is (de Nixers beginnen inmiddels veertigers te worden), zijn haar analyses en handreikingen beslist inzichtgevend.
Morgenthaler, zelf ook aanbiddingsleider, maakt het vooral ook heel praktisch en toegepast. Ze interviewt een aantal aanbiddingsleiders en voorgangers uit uiteenlopende kerken over hun praktijkervaringen rond liturgie en aanbidding, en trekt hier lessen uit. Ze geeft voorbeelden van liturgieën en analyseert verschillende typen van liederen.
Dit laat zich nauwelijks zinvol samenvatten. Ik noem hier alleen een puntsgewijs overzicht van handreikingen voor diensten voor postchristelijke generaties.

12 Handreikingen voor diensten voor postchristelijke generaties

1. Stel je tot doel om mensen in de aanwezigheid van God te leiden
Laat het een samenkomst zijn van God en mensen. Een samenkomst waar het niet ‘over God gaat’, maar waar mensen God mogen ontmoeten en zijn liefde en heling ervaren.

2. Wees echt, niet gelikt
• Verheerlijk God, manipuleer mensen niet.
• Creëer geen imago. Wees wie je werkelijk bent.

3. Streef naar uitmuntendheid in alles wat je doet. Maar onthoud drie dingen:
• Perfectie is Goddelijk
• Vergissen is menselijk
Streef naar uitmuntendheid, maar let erop dat het je niet stiekem gaat om je eigen ego of imago als kerk. Zoekers prikken er feilloos doorheen als je niet oprecht bent en uit bent op eigen eer.

4. Creëer deelnemer, geen toeschouwers
Biedt zoveel mogelijk mogelijkheden voor mensen om God te antwoorden, op Hem te reageren, interactie te hebben met God.

5. Wees nooit saai
• Doe elke week iets nieuws, iets anders, iets onvoorspelbaars.
• Val niet terug op de automatische piloot met vaste liturgieën en formats.

6. Wees persoonlijk. Wees relatiegericht. Wees een gemeenschap
• Geef ruimte voor persoonlijke getuigenissen. Laat hen van echte mensen horen hoe God in levens werkt, levens van mensen zoals zijzelf.
• Verwijs is je preken naar bestaande mensen (bijvoorbeeld gemeenteleden) en echte gebeurtenissen.
• Creëer zorgvuldig gelegenheid voor interactie tussen mensen, voor wie dat wil. Laat dat ‘veilig’ en onopgelegd zijn. Denk aan ruimte om ervaringen te delen, samen te bidden, voorbede te ontvangen.

7. Wees relevant
• Ga tot het uiterste om de belevingswereld van je mensen te kennen en begrijpen.
• Wantrouw altijd de stereotiepen en vooronderstellingen die je in je hoofd hebt.
• Gebruik het beste dat de cultuur te bieden heeft om het Evangelie over te brengen.
• Gebruik visuele middelen (film, multimedia), maar alleen als het dienstbaar is. Sta niet toe dat het ten koste gaat van de actieve betrokkenheid van mensen zelf.

8. Laat leeftijdgenoten (jongvolwassenen) de leiding hebben
Investeer in jongeren en jongvolwassenen door ze te trainen en coachen in leiderschap, in alle geledingen van je gemeente.

9. Laat de muziek echt hún muziek zijn
• De muziek waar jongeren en jongvolwassen naar luisteren, dát is de taal van hun hart. Als je wilt dat ze echt uit hun hart kunnen aanbidden, spreek dan die taal van hun hart. Laat de band bestaan uit leeftijdgenoten, die dezelfde muziektaal hebben.
• Het gaat niet om de band of de muziek, maar om aanbidding van God. Maak de band ondergeschikt en laat alles gericht zijn op God.

10. Integreer de roots van de kerk
Verwerk soms ook meer traditionele liederen, in een nieuw jasje. Maak gebruik van elementen uit de rijke cultuurgeschiedenis van de kerk, inclusief de Vroege Kerk. Versterk het besef opgenomen te zijn in een eeuwenoude traditie.

11. Duik diep in de Bijbel
• Maak het persoonlijk en pas lessen praktisch toe op onze levens nu.
• Schrik er niet voor terug om stevig bijbels onderwijs te bieden en grondig in te gaan op gezonde bijbelse leerstukken.
• Zorg voor een gezonde balans in  de prediking, wissel goed af: praktische toepassing, exegetische preken, thematische preken.

12. Respecteer hun tijd
• Wees compact en doelgericht, laat dingen niet langer duren dan nodig
• Jonge generaties kunnen heus wel langere tijd geconcentreerd blijven, mits ze actief betrokken kunnen zijn. Bij eenrichtingsverkeer vanaf de kansel of het podium haken ze snel af. Maar niet als ze betrokken zijn en er ruimte is voor actieve respons.
• Laat je niet leiden door de klok of je strakke tijdschema, maar door de Geest. Als God iets belangrijks aan het doen is in de gemeente, breek dat dan niet af omwille van je tijdschema, maar geef er ruimte aan.

Bovenstaande tekst is het tweede deel (slot) van een samenvatting van: ‘Worship Evangelism– inviting unbelievers into the presence of God’, door Sally Morgenthaler (Zondervan 1995, 1999).

Samenvatting en bewerking: Ronald Westerbeek.

No comments:

Post a Comment