Inmiddels is ook de tweede module van de nieuwe ministrycursus verschenen. In twee sessies gaan we dieper in op vergeving: het ontvangen van vergeving voor eigen zonde, en het vergeven van anderen. Deze module heeft uiteraard alles te maken met innerlijke genezing. Het is een kwetsbaar onderwerp, daarom wijden we hier een afzonderlijke module aan.
Je kunt hier de inleiding van dit cursusmagazine lezen: Vergeving en het Koninkrijk van God.
Vergeving en het Koninkrijk van God
Jezus wil dat wij vrije mensen zijn, van wie de wonden uit het verleden kunnen gaan genezen. Daarom leert Hij ons te leven als een gemeenschap van mensen die weten dat zij zelf door God vergeven zijn en die vervolgens ook elkaar willen vergeven. “Zo is het Koninkrijk van God.”Petrus vraagt aan Jezus; “Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?” Jezus antwoordt: “Niet tot zevenmaal toe, zeg Ik je, maar tot zeventig maal zeven” (Matteüs 18: 21 – 35). Altijd dus – in een voortgaand proces, stukje bij beetje en telkens opnieuw, net zolang tot de pijn is weggetrokken.
In het Koninkrijk van God is vergeving de dynamiek die
álles verandert. Hoe groot jouw falen en je schuld ook is, Hij vergeeft je. Hij
neemt alle schade op zich. Dat kost Hem zijn leven. Zo groot is zijn liefde
voor jou. Het besef dat jíj vergeven bent, mag gaan bewerken dat jij ook
anderen, die jou onrecht hebben aangedaan, kunt vergeven. Dat is de vernieuwing
die Jezus mogelijk maakt en waartoe Hij je aanmoedigt. Hij verwácht dat jij
zijn voorbeeld volgt.
Jezus heeft goede redenen om dit van ons te vragen. Want
wie anderen niet vergeeft, blijft gebonden aan het verleden – aan die pijnlijke
gebeurtenis, dat onrecht dat je is aangedaan, aan die dader, die schuld. En
voor je het weet groeit er wrok en bitterheid in je hart. Het onrecht dat jou
is aangedaan, kan je steeds dieper in zijn greep krijgen (Hebreeën 12: 14 –
15). Dan worden we beheerst door pijn, wrok, achterdocht en boosheid -en zien we dat niet in de wereld om ons heen?
Jezus brengt het Koninkrijk van God de wereld binnen. In dit Koninkrijk mogen
we groeien in een leven waarin we ánders met elkaar omgaan. “Ik ben gezonden om
aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken,” zegt Jezus aan het begin van
zijn publieke optreden (Lucas 4: 18). Hij bevrijdt ons – slachtoffers en daders
– van ons verleden: in Hem zijn we een “nieuwe schepping”: het oude is voorbij,
het nieuwe is gekomen (2 Korintiërs 5: 17). En omdat Híj onze binding aan het
verleden doorbreekt, kunnen wij het ook loslaten.
Jezus wil dat wij vrije mensen zijn – vrij van schuld, vrij
om te vergeven en vrij om lief te hebben. Vrije mensen, van wie de wonden uit
het verleden kunnen gaan genezen. Vrije mensen, die leven als gemeenschap van
Gods Koninkrijk. Dat betekent: een gemeenschap van mensen die weten dat zij
zelf door God vergeven zijn en die vervolgens ook elkaar willen vergeven. In
zo’n gemeenschap van genade worden we niet langer beheerst door pijn, wrok,
achterdocht en boosheid, maar door de liefde van Christus. Zo is het Koninkrijk
van God.
Vergeving en innerlijke genezing
Het voorgaande las je ook al in Sessie 4 (in de
basismodule van de ministrycursus). In deze tweede module gaan we er dieper op
in. Want hoe werkt dat dan, rond vergeving en verzoening? En hoe kunnen we bij
gebedsministry mensen helpen om de eerste stappen te zetten op de weg van innerlijke
genezing en herstel?
Jezus kwam om het leven te brengen in al zijn volheid
(Johannes 10: 10). Die volkomen volheid breekt pas aan op de nieuwe aarde. Wij
leven nu nog in de ‘tussentijd’, tussen de komst van Gods Koninkrijk en de
voleinding ervan. De zonde en het kwaad woeden nog, de schepping is nog
gebroken. Die gebrokenheid berooft ons nu nog van het leven in al zijn volheid:
we zondigen, we rebelleren tegen onze Schepper, we lijden, we worden ziek, ons
lichaam sterft. Maar in Christus, de Opgestane, is de nieuwe schepping al wél
begonnen en wij mogen in Hem delen. Het Koninkrijk breekt dóór in ons leven (zie
Sessie 1: De heelheid van Gods Koninkrijk).
Ondertussen zijn er in ons leven
allerlei blokkades die ons afhouden van dat leven in volheid:
- ·
Onze eigen zonden en zondige patronen, die verwijdering brengen tussen ons en God. Ze hinderen
onze relatie met God en kunnen zelfs tot een breuk leiden, zodat we bij de
wederkomst van Jezus geen deel zullen hebben aan het leven in al zijn volheid.
- ·
Onze verwondingen in het leven, die bijvoorbeeld kunnen leiden tot een beschadigd beeld
van onszelf of van God. Die verwondingen lopen we niet zelden op door wat
anderen ons – bewust of onbewust – hebben aangedaan. De zonden van anderen dus.
Ook dit kan leiden tot een breuk met God (Hebreeën 12: 14 – 15).
- ·
Gerichte aanvallen van de boze, om ons los te weken van God. Het kwaad werkt in de
beide voorgaande punten (zonden en verwondingen), maar soms zijn demonische
aanvallen ook directer: in geestelijke strijd of demonische belasting.
In het gebedspastoraat benoemen we deze drie aspecten
soms als zonden, wonden en honden. En dan
kun je ook nog bonden noemen:
bindingen die voortkomen uit zondige patronen of verwondingen – want de zonde
is een macht in ons leven. De zonden en de wonden hebben alles te maken met
vergeving. En daarover gaat deze verdiepende module: vergeving, opdat we leven
als vrije mensen van wie de zonden vergeven zijn en in wie de wonden uit het
verleden kunnen gaan genezen.
Vergeving staat niet voor niets centraal in het
christelijke geloof. In geen enkele andere godsdienst is vergeving het hart van
het geloof. Dat laat meteen al zien dat het christelijk geloof om relatie gaat – we zijn geschapen om te
leven in relatie met God en met elkaar. Die relaties – tussen ons en God en
tussen mensen onderling – zijn gebroken, als gevolg van de zonde. Om die
relaties te herstellen, is vergeving nodig.
Vergeving wordt mogelijk gemaakt door het kruis van Jezus
Christus. Wat onze relatie met God betreft: Jezus heeft ons verzoend met de
Vader. We mogen leven vanuit de vergeving van al onze zonden (Romeinen 5: 1 –
11). Wat onze relaties met elkaar betreft: we hoeven geen vergelding meer te
zoeken voor het onrecht dat ons door anderen wordt aangedaan, maar kunnen mét onze
pijn bij het kruis komen, in volle erkenning van onze pijn én van het onrecht. We
mogen onszelf en de ander – slachtoffer en dader – in de handen van God weten
en het verleden loslaten. Let go, let God
(meer hierover in Sessie 7).
Stel je eens een kruis voor. De beide leggers van het
kruis staan symbool voor de richting van onze relaties. Eén verticaal, die
wijst naar de relatie met God. Eén horizontaal, die wijst naar de relatie met
elkaar. Beide leggers zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In deze module
kijken we eerst naar de verticale balk, die van het vergeving ontvangen (Sessie
6) en daarna naar de horizontale balk, het vergeven van anderen (Sessie 7).
Gebedsministry en gebedspastoraat
Je zal merken: de onderwerpen die in deze beide sessies
aan de orde komen, en de processen van genezing en herstel waarover we het hier
hebben, vragen vaak méér dan gebedsministry. Wat is het dan mooi om te kunnen
doorverwijzen naar verder pastoraat in de gemeente, bijvoorbeeld naar
gebedspastoraat. Gebedsministry biedt immers slechts losse gebedsmomenten van
hooguit een minuut of tien, en elke zondag staat er weer een ander gebedsteam
voor in de kerk. Bij gebedspastoraat wordt ook volgens het ministrymodel
gebeden, maar het biedt meer verdieping én een proces van begeleiding.
Doorgaans worden na een intake-gesprek meerdere sessies afgesproken (de
richtlijn is vijf sessies) van zo’n anderhalf uur. Daardoor kan er dieper op de
situatie worden ingegaan.
Tegelijk: onderschat niet wat gebedsministry kan
betekenen, vooral in de context van de plaatselijke gemeente. Gebedsministry
kan een veilige, laagdrempelige plek zijn waar mensen regelmatig terecht kunnen.
Je mag hen een plek bieden waar ze met hun gebrokenheid of worsteling steeds
opnieuw in verbinding met God kunnen worden gebracht. En je kan hen helpen om
de eerste stappen te zetten richting genezing en herstel.
Opzet van de cursus
Deze verdiepende module bestaat dus uit twee sessies, die
je op één zaterdag kunt doen (ochtend- en middagsessie) of in twee losse
dagdelen. Ga je voor de hele zaterdag, dan heb je iets meer ruimte in je sessie
voor aanbidding, ontmoeting en oefening.
Dit cursusboek bevat opnieuw materiaal voor je eigen
voorbereiding én voor de trainingssessies.
Aan dit cursusboek hebben we nog iets extra’s toegevoegd:
- ·
een verdiepend artikel van Philip
Troost over het leven vanuit je nieuwe identiteit en het proces van heiliging. Want de onderwerpen die in deze
module aan de orde komen, leiden maar al te snel tot een houding van onszelf
willen verbeteren en opwerken. Daartegenover staat het evangelie van Jezus
Christus: niet wij werken ons op naar God, maar God daalt af naar ons.
- ·
een dagboek rond vergeving, dat je zelf kunt gebruiken voor je stille
tijd. Als we anderen begeleiden in een proces van vergeving, is het immers
belangrijk om ook zelf met aandacht door dit proces te zijn gegaan. Dit dagboek
kan je daarbij helpen.
Zie ook:
Meer inormatie: www.new-wine.nl
No comments:
Post a Comment