De Curaçaose schrijver Boeli van Leeuwen groeide op in een niet-christelijk gezin. Maar toen hij romans begon te schrijven, bleken die tot
zijn verbijstering maar om één ding te kunnen draaien: zijn relatie met God de
Vader. Die is gerust moeizaam te noemen. 'Voor mij is Hij de rots der
struikeling en de steen des aanstoots. Hij is (…) het grondprobleem in mijn
leven, want door Zijn onbegrijpelijkheid is mijn leven vaak bitter geweest als
gal.'
Opgediept uit de oude floppydoos: Een artikel dat ik in 1997 schreef over de romans van Boeli van Leeuwen, gepubliceerd in het Nederlands Dagblad.
Meer dan twintig jaar had Boeli van Leeuwen een kruis om
zijn nek gedragen met een fijn gestileerde Christus erop. Wanneer hij het soms
verloor, raakte hij in paniek en iedereen in huis moest helpen zoeken tot hij
het terug had. Enkele jaren geleden viel het opnieuw van zijn nek en bleef
onvindbaar. Hij was zo nerveus dat hij nauwelijks naar kantoor kon. Toen hij
die avond thuiskwam, had zijn vrouw een groot zilveren Christusbeeld van een
van hun dochters gevonden. Hij reed naar een juwelierszaak in Willemstad en zei
tegen de chef: 'Soldeer dit ding om mijn nek zodat het er nooit meer af kan.'
En zo geschiedde het dat hij daar in die chique juwelierszaak zijn hoofd op het
blok zette en de gekruisigde Christus om zijn nek liet solderen.
Van Leeuwen vertelt dit verhaal in zijn laatste boek, de
essaybundel De taal van de aarde
(1997). De mens, zegt hij erbij, is een paradox. Want als er íets is, dat
weerstand oproept bij Van Leeuwen, dan is het de kruisdood van Jezus. Al in
zijn eerste roman, De rots der
struikeling (1959), schreef hij: 'De gedachte dat de mens God heeft
gekruisigd, benauwt mij; de wetenschap dat God zich heeft laten kruisigen,
maakt me wanhopig. Mij duizelt het voor ogen, wanneer ik eraan denk dat de
Schepper van het heelal op Golgotha tussen twee dieven in de zon heeft gehangen
en op een bepaald ogenblik zo radeloos was, dat Hij aan een deel van zichzelve
vroeg: "Vader, o mijn Vader, waarom heb je mij in de steek gelaten?"'
En bijna veertig jaar later, in het genoemde essay,
erkent hij: 'Zijn kruisdood blijft voor mij een verwerping van alles wat hij
was.' Want de betekenis van Jezus ligt toch niet in zijn dood, maar in zijn
leven dat daaraan vooraf ging? Toch is er niets wat hem meer bezighoudt, dan
juist dit pijnpunt.
Genadeloos
Weinig oeuvres zijn zo hecht als dat van Boeli van
Leeuwen. Hij houdt gepassioneerd van de Zoon, maar zoekt de Vader. En daar
draait het in al zijn romans om.
In De rots der
struikeling (1959) gaat het om twee dingen: de verlorenheid van de mens en
Gods rol daarin. Dat de mens er ellendig aan toe is en dat hij hieraan zelf
schuld heeft, daarvan is hoofdpersoon Eddy Lejeune tijdens de oorlogsjaren
stevig doordrongen geraakt: 'Nu dat de aarde nog rood is van het bloed der
jonge soldaten en het gekerm van de gemartelden in de concentratiekampen nog
niet is verstild; nu dat de puinhopen in de steden nog smeulen, daag ik een
ieder uit om vol te houden dat de mens niet zondig is.'
Maar wat hem betreft gaat ook God niet vrijuit. Want als
Hij almachtig en alwetend is, waarom liet Hij dan het lijden toe?
In zijn eerste roman schetst Van Leeuwen de mens als het
slachtoffer van een waanidee: hij is geboren met de droom van verzoening en een
eeuwig leven, maar dat is er niet. Eddy Lejeune blijft er zijn hele leven naar
op zoek. Kort voor zijn dood vertrekt hij naar Venezuela om er in een rivier
naar diamanten te duiken. Het zoeken naar diamanten, de zuiverste vorm van
materie, staat symbool voor het zoeken naar de essentie van het menselijke
bestaan, naar de zin van het leven. Het enige wat hij vindt, is de dood.
Een vreemdeling op
aarde
Eddy sterft in hopeloze verwarring, maar in Een vreemdeling op aarde (1962) nadert
Kai Medema het katholicisme. Ook hij brengt de oorlogsjaren door in Nederland
en raakt doordrongen van de verlorenheid van de mens. Gaandeweg begint hij zich
te herkennen in het geloof van zijn moeder, al is het vooral een herkenning uit
walging over het leven: ‘Door de walging leert hij wat het Christendom betekent
- het zout der aarde - want als hij ziek als een hond op een zondagmorgen een
klein kerkje in het noorden van het land binnengaat, staat daar tussen de vier
witte muren voor zijn gemeente de schrale, onbuigzame dominee, die de mensen
ranselt met zijn toorn en de toorn des Heren (...) En hij denkt ja, zondig is
de mens, zondig en slecht en corrupt en verward en mislukt en als de dominee
zegt: ‘Zie, wat er thans is geschied, is gekomen omdat de mens God heeft
vergeten’, voelt hij zich bijna een Christen.’
Tegen een psychiater stort hij zijn hart uit: 'Alles wat
ik doe is een poging om te ontsnappen uit die glazen kist van eenzaamheid waar
ik in opgesloten ben. Ik drink om gelukkig te worden. Ik ga met vrouwen naar
bed om gelukkig te worden. Ik wil in het Paradijs wonen en zweven als de
engelen boven de aarde. Ik zou een heilige willen zijn en mensen met mijn
handen zegenen. Ik zou aan het hart van God willen liggen en Zijn adem op mijn
ogen willen voelen.'
Vervolgens reist hij naar Spanje, waar hij het geluk
lijkt te vinden in een relatie met een katholieke vrouw, Maria, met wie hij een
bijna volmaakte liefdesverhouding heeft. De vrome Maria leert hem zichzelf
kennen: 'Wat jij zoekt kan ik je niet geven, want je zoekt God.’
Hij beseft dat hij alleen vrede kan vinden door zich over
te geven aan Gods liefde, al is dat een stap die hij nog niet kan zetten. Het
boek eindigt met een wanhopige bekering, die misschien meer een hartenkreet is:
'Here mijn God, ik ben een vreemdeling op aarde. Verberg je geboden niet voor
mij.'
De eerste Adam
Het derde boek in deze 'trilogie' is De eerste Adam (1966). De hoofdpersoon, Adam Polaar, is wat Eddy en
Kai hadden willen zijn: een heilige. Hij heeft zich erbij neergelegd dat God
niet te vatten is en beperkt zich tot een praktische houding van naastenliefde.
In die zin is hij verder in het geloof dan Eddy en Kai. Toch eindigt de
trilogie hiermee niet optimistisch. Adam is evenzeer een losgeslagen zwerver,
die gekweld wordt door twijfels en eenzaamheid. Als hij gedwongen wordt wèl te
theoretiseren over God, raakt hij in verwarring en vlucht. En hij mag heilig
lijken in zijn ontferming over medemensen, maar vaak wordt hij gedreven door
duistere driften. Hij is aangetast door de bacil van het kwaad - door de zonde
van de eerste Adam - evengoed als Eddy en Kai dat zijn. Het boek eindigt als
hij door een krankzinnige vrouw die hij wil beletten haar kinderen te doden,
zelf wordt vermoord.
Schilden van leem
Pas negentien jaar later verscheen Van Leeuwens volgende
roman, Schilden van leem (1985).
Ditmaal is Dianklo Devereau de hoofdpersoon, die zich na 25 jaar ambtenarij
afkeert van het establishment om pro deo-advocaat te worden in de armenwijken
van Curaçao. Hij komt tot dezelfde conclusie als Eddy, Kai en Adam, namelijk
dat de idee van een almachtige God die het lijden op aarde toestaat of zelfs
uitstort, niet te verteren is. Maar zijn liefde voor Jezus is mogelijk nog
sterker.
Dianklo besluit in te gaan op een verzoek van de
eilandsraad om Curaçaose hulpgoederen naar Santa Maria te brengen, een
Midden-Amerikaans land dat door een aardbeving is getroffen. Om ervoor te
zorgen dat de hulp terechtkomt bij de mensen die het echt nodig hebben, neemt
hij drie zwervers mee, die hij in een container verstopt. Het schip loopt op
een mijn, de drie komen jammerlijk om, en Dianklo zelf belandt in een
krankzinnigengesticht. En zo eindigt Schilden
van leem met dezelfde notie als De
eerste Adam: de mens is aangetast door het kwaad en zelfs een poging tot
een goede daad kan omslaan in het tegendeel.
Toch is er een belangrijk verschil tussen beide boeken.
Want Adam hielp de lijdende medemens vanuit een existentialistisch gevoel van
solidariteit, terwijl Dianklo nadrukkelijk het voorbeeld van Jezus volgt. Jezus
is in deze roman bovendien niet slechts een navolgenswaardig mens, maar ook 'de
Christus' en 'Zoon van God'.
In een interview dat Van Leeuwen in 1986 gaf, blijkt dat
hij inderdaad anders is gaan denken over Christus: 'Ik heb twintig, dertig jaar
verdaan door het lopen achter de historische Jezus aan, waaraan al in 1890-1900
geen enkele serieuze geschiedkundige twijfelde. Natuurlijk hadden we nooit iets
van Christus gehoord als Hij alleen maar een mens was geweest, want er zijn
profeten bij de vleet en er zijn ook mensen die gekruisigd zijn bij de vleet.
Het is niet vol te houden dat het christendom zou bestaan als deze Man die als
een gewone misdadiger ter dood is gebracht, niet meer was dan dat. Alle
profeten zeggen met grote nadruk dat ze slechts profeten zijn - Allah is Allah
en ik ben zijn profeet. Wat Christus heeft beweerd, dan kan je maar tot één
conclusie komen: of de Man was krankzinnig of Hij sprak de waarheid.'
Het teken van Jona
In zijn laatste roman, Het teken van Jona (1988), komt Van Leeuwen dan toch weer terug bij
het probleem van God de Vader. Hoofdpersoon is een oudere schrijver op Curaçao,
die de dood voelt naderen. De ervaring van Christus' nabijheid volstaat niet
meer. Hij wordt gedwongen na te denken over wat er na het sterven met je
gebeurt, over de eeuwigheid, en dus over God de Vader.
De hoofdpersoon redt het leven van een grootgrondbezitter
uit Zuid-Amerika, die hem uit dankbaarheid een cruise naar zijn haciënda
aanbiedt. Eenmaal in Zuid-Amerika aangekomen, ontmoet hij in het oerwoud een
Moeder Theresa-achtige non, die welhaast een heilige is. Getergd door zijn
levenslange twijfels, vraagt hij haar waarom God toelaat dat zelfs kinderen
moeten lijden. 'Ze zei, zacht en hees: "I do not know and I don't think
anybody knows."' Toch is haar geloof onwankelbaar. Dan vraagt hij hoe God
dan heeft kunnen toestaan dat Zijn Zoon werd gekruisigd. Ze schrijft voor hem
een tekst op: 'Dear stranger: you are already a child of God. But what you are
to be in the future has not yet been revealed to you. But you can be sure that
you shall be like Him, because you shall see Him as He really is.' (1 Johannes 3:2).
Als een bloedmooie vrouw haar lichaam aanbiedt maar
tegelijkertijd als een duivelse verleidster probeert hem afstand te laten nemen
van God, bezwijkt hij bijna. Maar God lijkt in te grijpen en hij komt tot een
mystieke bekering.
Maar eenmaal terug op Curaçao overvalt hem weer de
twijfel over de heilsgeschiedenis. Wanhopig gilt hij: 'We hebben geen Vader. We zijn voor altijd verloren.' Maar daar kàn
hij zich niet bij neerleggen. Zonder Vader geen hoop, geen leven na de dood.
Dan krijgt hij een Openbaring 21-achtig visioen, waarin
Christus aan hem wordt geopenbaard: ‘Het leven, dat wist ik nu met stellige zekerheid,
is a voyage homeward bound. (…) Mijn komende dood zal niet meer zijn dan het
afleggen van een vergaan omhulsel (…) de ziel zal omhoog stijgen om gelijk te
worden aan Hem, die ik heb gezien. (…) En de mijnen en ik, zullen, gelijk aan
Hem, in volmaakt geluk tot het einde der dagen ons koesteren in Zijn liefde,
bevrijd van de zware aarde, bevrijd van pijn en verdriet.’
Aan het einde van het boek bidt hij tot God de Vader, met
de woorden van het Onze Vader.
Veertig jaar na zijn debuutroman is Boeli van Leeuwen
dichter bij God gekomen. Maar de bekering in Het teken van Jona ademt de
sfeer van een zinsbegoocheling, een wensgedachte zonder grond. Want God de
Vader is onbevattelijk en de zoendood van Christus nog altijd onverteerbaar.
In het essay dat aan het begin van dit artikel ter sprake
kwam, blikt hij terug: 'Mijn leven lang heb ik, wanhopig, met trillende handen
in de handen van Jezus, als aan een trapeze, boven een afgrond gezweefd. Nu
komt er van de andere kant een trapeze op me af: ik moet loslaten, me omdraaien
en pakken. Dit loslaten van Jezus de mens en dit vastpakken van Jezus de
Christus, boven de afgrond van mijn twijfel, zal een zeer beslissend moment in
mijn leven zijn.'
De romans van Boeli van Leeuwen zijn in herdruk
verschenen bij uitgeverij In de Knipscheer, Haarlem.
Een interview dat ik in 1996 had met Boeli van Leeuwen op Curacao, is hier te lezen: "God is er voor de aarde".
Zie ook een recent artikel van Menno van der Beek in Wapenveld over het oeuvre van Boeli van Leeuwen: "Dit gezegd hebbende brak een van de poten van mijn stoel doormidden".
No comments:
Post a Comment