“Terwijl we met je baden”, zei ik, “kreeg
ik Psalm 68, vers 4 tot 6, op mijn hart. Zegt dat je iets?” De jonge vrouw keek
me opgetogen aan. “Gisteren kwam er iemand naar me toe met diezelfde verzen! En
ja, die woorden betekenen enorm veel voor me. Ik ben opgegroeid zonder vader en
de laatste tijd heb ik het daar erg moeilijk mee gehad.”
[Het tweede deel van een tweeluik over gebed als tweerichtingsverkeer]