Daarom schreef ik een taxonomie van charismatisch christendom: een overzicht in hoofdstromen, op grond van theologische verwantschap. Deze taxonomie is als eerste hoofdstuk opgenomen in Proeven en watertanden.
Dit verduidelijkt ook mijn eigen theologische positie. Waar in het brede speelveld van pentecostale en charismatische vernieuwing plaats ik de theologie van het Koninkrijk zoals ik die uitwerk?
In deze blog geef ik een beknopte
introductie van mijn taxonomie van charismatisch christendom.
Introductie
In het eerste hoofdstuk van Proeven en watertanden schets ik een taxonomie van charismatisch christendom: een classificering op grond van gebleken verwantschap. Welke hoofdstromen tekenen zich af en wat is theologisch kenmerkend voor elke hoofdstroom?
De meeste overzichten van
pentecostale en charismatische bewegingen zijn geschreven door
godsdiensthistorici of -sociologen.[1] Ze leggen
dan ook de nadruk op historische en sociologische ontwikkelingen en kenmerken. In
mijn taxonomie gaat het om de theologische inhouden: wat gebéurt er,
theologisch, in die hoofdstromen van vernieuwing? Wat is theologisch kenmerkend
en onderscheidend?
Met de vraag naar hoe het heil,
het goede leven, wordt begrepen, stoten we door naar het hart van een
geloofsovertuiging. Daarom hanteer ik het heilsbegrip als
methodologische lens:
o hoe
wordt de aard van het heil verstaan?
o wanneer
breekt dit heil aan?
o hoe
is de rol van mensen in de bemiddeling ervan?
Daarnaast kijk ik naar het
onderliggende wereldbeeld en de primaire rol van de heilige Geest.
Achtergrond: Een pentecostale transformatie
Het wereldwijde christendom is
ingrijpend veranderd in de vorig eeuw en zéker in de eerste decennia van de 21e
eeuw. Niet alleen is het demografisch zwaartepunt op het zuidelijk halfrond
komen te liggen, ook de inhouden en verschijningsvormen zijn flink verschoven.
Een aanzienlijk deel van het christendom is tegenwoordig te typeren als charismatisch.
Sommigen spreken van “het nieuwe christendom”, anderen van een “pentecostale
transformatie van het christendom”.[2] Het is
altijd buitengewoon lastig om betrouwbare demografische cijfers te vinden over
religies en stromingen, maar veilige schattingen komen al gauw op zo’n 700 tot
800 miljoen christenen die zichzelf zouden aanduiden als “charismatisch”,
ofwel: een kwart tot een derde van de wereldwijde kerk.[3]
In tal van landen in Afrika, Latijns-Amerika en Azië is zelfs de overgrote
meerderheid van de christenen charismatisch, tot wel 75 of 90 procent, stelt
godsdienstsocioloog Stephen Hunt.[4] In Europa,
waar het christendom gedecimeerd wordt, zijn er ook kerken die significante
groei laten zien en vrijwel zonder uitzondering zijn dit charismatische kerken.[5]
Daarmee is charismatisch
christendom een invloedrijke stroming binnen het wereldwijde christendom. Ook
de westerse theologie zal zich ertoe moeten verhouden en bereid moeten zijn om
te leren van de charismatische ervaringen van deze christenen. Moderne westerse
theologen die zich daarbij oncomfortabel voelen, zegt nieuwtestamenticus James Dunn,
doen er goed aan om zich te realiseren dat de christelijke kerk ooit begon als “an
enthusiastic sect”.[6] In de
vroege kerk werden traditionele geloofsovertuigingen herzien en werden nieuwe
inzichten ontwikkeld die de vorm en inhoud van het christendom zouden bepalen. Leidend
hierin waren niet alleen theologisch reflecties, maar ook de spirituele ervaringen.[7] Dit waren vaak
extatische ervaringen, "conceived in the context of charismatic
eruptions and the like, understood as manifestations of the Spirit and grace of
God.” [8] Dunn
concludeert:
“Oecumenisch gezien betekent dit dat de traditionele kerken
meer open moeten staan voor de nog steeds groeiende derde of charismatische
dimensie van het christendom, en theologisch gezien moeten dogmatici de ervaren
Geest vollediger in hun systemen integreren.”[9]
Maar die noemer “charismatisch”
staat voor een enorme diversiteit aan verschijningsvormen en opvattingen. Minder
dan een kwart van de 700 tot 800 miljoen charismatische christenen behoort tot
een pinksterdenominatie.[10] In
Latijns-Amerika – vaak gezien als hét continent van de pentecostale beweging –
zijn de meeste charismatische christenen niet “pinkster” maar rooms-katholiek. In
Afrika of Azië zijn anglicanen en presbyterianen vaak net zo charismatisch als
pinksterchristenen.[11]
Charismatisch christendom omvat de
massale “healing crusades” van gebedsgenezers als Benny Hinn en Heidi Baker,
waar mensen met rijen tegelijk “in de Geest vallen” en waar ziekten worden
bestraft en weggestuurd als demonische machten. Maar het omvat ook de ingetogen
gebedsbediening voor bemoediging en innerlijke genezing, zoals dit plaatsvindt
in traditionele protestantse en katholieke kerken.
“Golven van charismatische vernieuwing"?
In de godsdienstsociologie is
veelvuldig gesproken over de zogenaamde “drie golven” van pentecostale of
charismatische vernieuwing. De eerste golf is dan de geboorte van de
pinksterbeweging aan het begin van de 20e eeuw, de tweede golf is de
charismatische vernieuwing in de traditionele kerken in de jaren zestig, en de
derde golf staat voor de Vineyard-beweging (John Wimber) en aanverwante
evangelische kerken, zoals New Frontiers (Terry Virgo), in de jaren tachtig.
Dit spreken over “golven” is
terecht bekritiseerd. Het suggereert een heldere chronologie en eenduidigheid
in een speelveld dat in werkelijkheid divers en fluïde is. Tegelijk helpt het
natuurlijk wel om overzicht te houden. Bovendien kunnen we in die veelheid van
ontwikkelingen wel degelijk iets van golven herkennen: bewegingen die breed en diepgaand
doorwerken in het wereldwijde christendom. Zolang we in ons achterhoofd houden
dat het een vereenvoudigende schematisering betreft, kan het op zich behulpzaam
zijn.
In mijn taxonomie spreek ik liever
van hoofdstromen. Dat sluit een zekere chronologie niet uit, maar legt de focus
op inhoudelijke verwantschap en geeft ruimte aan de dynamiek van identiteiten
die zich doorontwikkelen.
Indeling in vijf hoofdstromen
In mijn taxonomie stel ik (na bespreking van eerdere indelingen) de volgende indeling in vijf theologische hoofdstromen voor:
1) Charismatische spiritualiteit van de onafhankelijke Geest-kerken
2) Klassiek pentecostalisme
3) Klassieke charismatische vernieuwing in de traditionele kerken
4) Theologie van het Koninkrijk als “enacted, inaugurated eschatology”
5) Neo-pentecostalisme
- Onder klassiek pentecostalisme versta ik de pentecostale revival-theologie en spiritualiteit die kenmerkend is voor de vroege pinksterbeweging. Die theologie – hoewel in ontwikkeling - is ook nu nog herkenbaar in grote delen van de pinksterbeweging.
- Onder de klassieke charismatische vernieuwing in de traditionele kerken versta ik de theologie en spiritualiteit die kenmerkend is voor de vernieuwing die in de jaren zestig van de 20e eeuw opkwam in de protestantse en katholieke kerken. Die theologie – hoewel in ontwikkeling – is nog altijd herkenbaar in grote delen van de protestantse en katholieke charismatische vernieuwing. In Nederland hebben we het dan onder meer over de Charismatische Werkgemeenschap Nederland (CWN) en de Katholieke Charismatische Vernieuwing (KCV).
- Onder de theologie van het Koninkrijk als “enacted, inaugurated eschatology” versta ik de theologie en spiritualiteit die voortkwam uit de vernieuwing van met name John Wimber, en die verwerkt en doorontwikkeld werd in pentecostale, evangelische en traditionele kerken, waaronder de anglicaanse kerken (denk aan de Alpha-cursus en New Wine).
- Onder neo-pentecostalisme versta ik het fluïdum van charismatische theologieën dat sterk gekleurd is door vormen van welvaarts- en overwinningstheologie (die diepe wortels hebben in het pentecostalisme) en nadruk legt op apostolisch leiderschap.
Een disclaimer is op zijn
plaats: elke taxonomie is een versimpeling en niet meer dan een hulpmiddel. Het
blijft, in de woorden van Hunt, zoiets als “het maken van een foto van een
bewegend object”.[12]
Duiding en plaatsbepaling
De taxonomie in Proeven en watertanden is als een overzichtskaart in een wereldatlas: het geeft globaal
overzicht. Je ziet welke werelddelen er zijn, hoe die er in grote lijnen uitzien, en welke delen dichter bij elkaar liggen of meer op elkaar lijken dan andere. En ook niet onbelangrijk: je ontdekt waar je jezelf bevindt.
De taxonomie helpt om de theologie
van eigentijdse kerken en bewegingen te herkennen en te duiden in het brede
palet van pentecostaal en charismatisch christendom.
De taxonomie geeft ook zicht op theologische
ontwikkelingen. Het helpt onderscheiden waar bepaalde invloeden vandaan komen. Daarmee
kan de taxonomie bijdragen aan een doordenking van de eigen charismatische
theologie en spiritualiteit. Dat is behulpzaam, nu pentecostaal en
charismatisch christendom meer dan ooit fluïde is.
De taxonomie is als eerste
hoofdstuk opgenomen in Proeven en watertanden. Aanzetten tot charismatische
vernieuwing (Utrecht: KokBoekencentrum, 2025), 16-92.
[1] Denk aan
voortreffelijke overzichtsstudies van godsdienstsociologen en -historici als
Allan H. Anderson, Michael Bergunder, Mark Cartledge, Stephen Hunt, David
Martin, Philip Jenkins en Margaret Poloma.
[2] Philip Jenkins, The Next Christendom (Oxford: Oxford
University Press, 2002), Stephen Hunt, A History of the
Charismatic Movement in Britain and the United States of America. The
Pentecostal Transformation of Christianity (New York: Edwin Mellen Press, 2009).
[3] Todd M. Johnson en Peter F.
Crossing, verbonden aan de World Christian Database, die is ondergebracht bij het
Center for the Study of Global Christianity (CSGC) aan het Gordon-Conwell
Theological Seminary, gaan uit van 828 miljoen pentecostale en charismatische
christenen in 2025 (30,6 procent). Zie: Todd M. Johnson en Peter F. Crossing,
‘Christianity 2013: Renewalists and Faith and Migration’, in: International
Bulletin of Missionary Research 37:1 (2013), 32-33. Het CSGC gaat in
voorzichtige schattingen uit van ruim een miljard charismatische christenen in
2050, want dan neerkomt op iets minder dan een derde van alle christenen, maar
hierin zijn charismatische katholieken, protestanten, orthodoxen en evangelischen
nog niet meegerekend. Zie: CSGC,
Status of Global Christianity (2024) in the Context of 1900–2050, te
raadplegen op https://www.gordonconwell.edu/center-for-global-christianity/.
[4] Hunt, A History of the
Charismatic Movement, 5.
[5] Philip Jenkins, God’s Continent.
Christianity, Islam, and Europe’s Religious Crisis (Oxford: Oxford
University Press, 2007).
[6] James D.G. Dunn, ‘Towards the
Spirit of Christ: The Emergence of the Distinctive Features of Christian
Pneumatology’, in: Michael Welker (ed.), The Work of
the Spirit. Pneumatology and Pentecostalism (Grand Rapids: Eerdmans, 2006),
3-26. Zie ook zijn
trilogie Christianity in the Making: Jesus Remembered (Vol. 1), Beginning
from Jerusalem (Vol. 2), Neither Jew nor Greek: A Contested Identity
(Vol. 3), (Grand
Rapids: Eerdmans, 2003,
2009, 2015).
[7] Dunn, ‘Towards
the Spirit of Christ’, 21.
[8] Dunn, ‘Towards
the Spirit of Christ’, 23.
[9] “Ecumenically, it does mean
that the traditional churches need to be more open to the still growing third
or charismatic dimension of Christianity, and theologically, dogmaticians need
to integrate the experienced Spirit
more fully into their systems.” Dunn, ‘Towards the Spirit of Christ’, 24.
[10] Allan H. Anderson, To the
Ends of the Earth. Pentecostalism and the Transformation of World Christianity
(Oxford: Oxford University Press, 2013), 252-257.
[11] Kwame Bediako, Christianity in Africa: The Renewal of a Non-Western
Religion (Maryknoll: Orbis Books, 1995); Cephas Omenyo, Pentecost
outside Pentecostalism. A Study of the Development of Charismatic Renewal in
the Mainline Churches in Ghana (Zoetermeer: Boekencentrum, 2002).
[12] Hunt, A History of the
Charismatic Movement, 53.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.