dinsdag 2 september 2025

Uit het scriptorium: Wat wilde aardbeien ons leren

In de bosrand achter onze boerderij groeiden wilde aardbeien en ik wist precies waar. In mei sprongen de witte bloempjes tevoorschijn tussen de dorre bladeren en het mos, en een week of zes later kon je voorzichtig de eerste aardbeien plukken en in je mond stoppen. Het eerste jaar, ik was zes, heb ik spontaan "dankjewel" gezegd tegen de bosaardbeien en het bos. Het was alsof ik een cadeautje kreeg.


Ik moest eraan terugdenken toen ik Braiding Sweetgrass vorig jaar voor het eerst las, dat prachtige boek van Robin Wall Kimmerer. Deze zomervakantie herlas ik het. Een van haar hoofdstukken gaat erover dat ze werd opgevoed door wilde aardbeien.
"Strawberries first shaped my view of a world full of gifts simply scattered at your feet. A gift comes to you through no action of your own, having moved toward you without your beckoning. It is not a reward; you cannot earn it, or call it to you, or even deserve it. And yet it appears. Your own role is to be open-eyed and present. Gifts exist in a realm of humility and mystery - as with random acts of kindness, we do not know their source."
Robin Wall Kimmerer is professor biologie én deel van de Potawatomi Nation, en in dit persoonlijke boek deelt ze iets van haar kijk op de natuur en het leven. Ze heeft de analytische blik van een wetenschapper, maar ook de zienswijze van haar Potawatomi-cultuur, die getuigt van een diepe ecologische en spirituele wijsheid.

Iets van die wijsheid kreeg ik als kind ook mee. Als het seizoen van de bosaardbeien voorbij was, groeiden er lange, donkerrode stengels uit de plantjes om nieuwe plantjes voort te brengen op plekjes bosgrond die geschikt waren. Het fascineerde me, en terwijl ik er op mijn buik languit bij lag, maakte ik open plekjes tussen het dode blad om te helpen. En eind augustus, begin september groeiden daar warempel nieuwe aardbeienplantjes. Wall Kimmerer beschrijft precies dezelfde ervaring.
"No person taught us this - the strawberries showed us. Because they had given us a gift, an ongoing relationship opened between us."
Mijn ouders kochten een verwaarloosd boerderijtje aan het eind van een doodlopend zandpad en verbouwden het eigenhandig, ze legden een groententuin en een kruidentuin aan waarvan we genoeg te eten hadden, er liepen kippen, ganzen, geiten, schapen. Het waren de jaren zeventig, niemand had het nog over kringlooplandbouw of permacultuur, maar mijn ouders leefden dicht bij de natuur en leerden me dat we deel zijn van de gemeenschap van de schepping, allemaal schepselen van God, en ook voor het leven van kippen, slakken of bomen heb je dus respect. Ja, ook de slakken die de groenten aanvraten hoorden daarbij en dus strooiden mijn ouders geen gif maar werden de slakken voorzichtig opgepakt, verzameld en op de fiets een eind weggebracht. Plantenziektes en ongewenste insecten probeerde mijn vader te bestrijden met andere planten tussen de gewassen door, en alleen als er geen houden aan was, kwam er dan toch soms een beetje gif aan te pas. Ik voelde dat mijn vader dan gewetenswroeging had.

De zienswijze die Wall Kimmerer deelt, in mooie, kwetsbare, persoonlijke verhalen, gaat verder dan wat ik van mijn ouders leerde. Er spreekt een nog diepere verbondenheid uit, een existentieel besef van wederkerige relaties. Ik heb nog veel te leren.
"The moral covenant of reciprocity calls us to honor our responsibility for all we have been given, for all we have taken."

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.