woensdag 1 oktober 2025

Manieren waarop God spreekt: Luisteren met je hele wezen


In de vertrouwelijke omgang met God spreekt Hij niet alleen ons hoofd aan, maar ons hele bestaan: ons
lichaam en alle zintuigen, onze gevoelens, onze gedachten en emoties – alles doet mee. Ons hele wezen is een antenne en een klankkast voor de werking van Gods Geest.

Dat vraagt oefening. Want doorgaans leven we eraan voorbij. We zijn druk, worden overspoeld door prikkels, zijn vaak in ons hoofd en zelden echt aanwezig in ons lichaam. Het vraagt rust, verstilling, aandacht. En het vraagt dat we leren om opmerkzaam te worden. Want de vraag is meestal niet of God spreekt, maar: merken wij het op?




[Afbeelding: Mozes en de brandende braamstruik, icoon]


God schakelt ons in, niet uit

Dallas Willard wijst erop dat we soms geneigd zijn om Gods stem te zoeken in spectaculaire openbaringen – alsof Hij pas echt spreekt wanneer Hij buiten ons om, met een soort briefje uit de hemel, iets te zeggen heeft. Maar dat is een misvatting. Juist in de volwassen omgang met God wil Hij niet over ons heen walsen, maar met ons in gesprek zijn. Niet dwingend, maar in een vertrouwelijke omgang. 
God spreekt doorgaans niet ‘bovennatuurlijk’ in de zin van buiten de schepping om. Zijn spreken is eerder ‘diepernatuurlijk’ – verankerd in onze schepselmatigheid. Zoals de oosterse orthodoxie benadrukt: we zijn van de aarde, aards, lichamelijk, zintuiglijk. En juist daarin is God tegenwoordig. De schepping is niet goddelijk, maar wel sacraal en sacramenteel: ze bemiddelt Gods aanwezigheid.

Talloze vormen van spreken

Gods spreken kan zich op allerlei manieren aandienen. Allereerst natuurlijk door de Schrift, waarin God zijn hart openbaart. Maar ook wanneer we de Bijbel niet voor ons hebben, kan de Geest ons herinneren aan wat God heeft gezegd (Johannes 14:26). Liederen, hymnen en geestelijke gezangen kunnen ons zo raken dat we merken: hier is God aan het woord (Kolossenzen 3:16).
Maar God spreekt ook door beelden, visioenen en dromen. Amos zag een mand rijp fruit. Petrus zag een laken neerdalen. Jakobs droom over de hemeltrap of de visioenen van Ananias zijn voorbeelden van Gods visuele spreken. Soms zijn die beelden extern (je ziet iets voor je), soms intern (je verbeeldt je iets). Beide kunnen communicatief zijn. Het gaat niet om het spektakel, maar om de gerichtheid: God vraagt ons aandachtig te kijken. “Wat zie je, Amos?” (Amos 8:2).
Ook gedachten en ingevingen kunnen dragers zijn van Gods stem. Soms vluchtig – een ‘lichte gedachte’ – soms indringend, een ‘zware gedachte’ die steeds terugkomt. We herkennen het pas als we alert zijn: komt deze gedachte misschien van buiten mijzelf? Of uit een dieper niveau van mijn eigen geest, aangeraakt door Gods Geest?
Er zijn ook momenten dat God spreekt in zinnen – woorden die zich vormen in ons binnenste, hoorbaar in ons hart maar niet met onze oren. En soms zelfs in een innerlijke dialoog. De Geest spreekt in ons tot onze geest, zegt Paulus (Romeinen 8:16).
God kan ook spreken via onze affecten. Plotselinge bewogenheid, vreugde of rouw, gevoelens die niet uit onszelf lijken te komen maar ons diep raken – ze kunnen wijzen op Gods betrokkenheid. In het pastoraat herkennen velen het: je voelt een verdriet of verlangen dat niet van jou is, maar dat God je geeft om iets van zijn hart te tonen.
Zelfs via ons lichaam spreekt God. Sommige pastors ervaren fysieke pijn van iemand anders: rugpijn, een drukkend gevoel op de borst – als signaal in de gebedsbediening. Anderen merken de aanraking van Gods Geest als een tinteling, een trilling, een warmte of een gloed. Dit alles vraagt verbinding met jezelf en met je omgeving: opmerkzaamheid, ontvankelijkheid, de durf om het serieus te nemen.

Een oefenruimte van genade

Willard noemt het ‘de kalme, innerlijke ruimte van een voortdurend luisteren’. We mogen dat oefenen. Want het is niet vanzelfsprekend. Het vraagt dat we niet alleen met ons verstand openstaan, maar ook met onze zintuigen, ons lijf, onze intuïtie. Daarbij helpt het om te weten dat God zich niet alleen tot onze ‘moedertaal’ richt – de een is auditief ingesteld, de ander visueel, een derde gevoelsmatig – maar dat Hij ons uitnodigt om nieuwe talen te leren. Zo groeien we in taligheid. We worden er meer mens van.
In de brede christelijke traditie zijn talloze manieren ontwikkeld om die opmerkzaamheid te trainen: van Lectio Divina tot stiltewandelingen, van bidden met het lichaam tot het onderscheiden van geestelijke ingevingen. Ze helpen ons afstemmen. Niet om meer controle te krijgen over Gods stem, maar om onszelf meer open te stellen voor zijn nabijheid.
Want uiteindelijk is dit Gods verlangen: dat wij met heel ons wezen leren leven in zijn aanwezigheid. Dat we leren luisteren. Niet om meer informatie te verzamelen, maar om meer in gemeenschap met Hem te leven.


Ontleend aan: Proeven en watertanden. Bewerking: Chris van Zwol.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.