In de vertrouwelijke omgang met God spreekt Hij niet alleen ons hoofd aan, maar ons hele bestaan: ons
lichaam en alle zintuigen, onze gevoelens, onze gedachten en emoties – alles doet mee. Ons hele wezen is een antenne en een klankkast voor de werking van Gods Geest.
Dat vraagt oefening. Want doorgaans leven we eraan voorbij. We zijn druk, worden overspoeld door prikkels, zijn vaak in ons hoofd en zelden echt aanwezig in ons lichaam. Het vraagt rust, verstilling, aandacht. En het vraagt dat we leren om opmerkzaam te worden. Want de vraag is meestal niet of God spreekt, maar: merken wij het op?
[Afbeelding: Mozes en de brandende braamstruik, icoon]