Tuesday, 14 January 2020

The Spirit is Moving - een boekbespreking


Ter gelegenheid van zijn emeritaat werd aan professor Kees van der Kooi een bundel essays aangeboden over een thema dat hem na aan het hart ligt: The Spirit is movingNew Pathways in Pneumatology.
Om met de deur in huis te vallen: de samenstellers - Gijsbert van den Brink, Eveline van Staalduine-Sulman en Maarten Wisse – hebben een boek afgeleverd dat ertoe doet, met een indrukwekkende reeks auteurs: van Benno van den Toren tot Richard Mouw en van Bruce McCormack tot Michael Welker. Maar er is ook iets aan de hand met deze bundel.


Een boekbespreking (eerder verschenen in: Inspirare, tijdschrift voor charismatische & evangelische theologie, Vol. 4, 2019).


Kees van der Kooi
Foto afkomstig uit het boek
Er is veel in beweging op het terrein van de pneumatologie. Dit boek, dat verscheen in de reeks “Studies in Reformed Theology”, laat zich lezen als een prikkelende “stand van zaken” voor wat betreft de protestantse theologie waartoe Van der Kooi zich rekent.

De herontdekking van de pneumatologie heeft volgens de samenstellers te maken met een aantal ontwikkelingen in de samenleving en de theologie gedurende de 20e eeuw.
- Ten eerste de verschuiving van modernisme naar postmodernisme en de bijbehorende hernieuwde openheid voor spiritualiteit.
- In de tweede plaats heeft ook de oecumenische beweging bijgedragen: vooral de dialoog met oosters-orthodoxe theologie bewerkte een hernieuwde bezinning op de triniteit en de persoon en het werk van de Heilige Geest.
- In de derde plaats was uiteraard ook de opkomst van de pentecostale en charismatische beweging een factor van belang: de academische theologie werd uitgedaagd door concrete ervaringen van Gods Geest van christenen wereldwijd en in alle denominaties.
- Ten slotte moet ook de invloed van de bijbelse theologie worden genoemd: hier groeide het besef dat de Geest een veel actievere rol speelt in de heilsgeschiedenis en het leven van de gemeente, als Gods “eschatologische hoogspanning” die vernieuwend inwerkt op de schepping en haar Gods toekomst binnen trekt.

Veelstemmigheid
De samenstellers hebben ervoor gekozen om de essaybundel te thematiseren aan de hand van de Geloofsbelijdenis van Nicea, resulterend in vijf delen: de Geest en de Bijbel (1), de Geest en Christus (2), de Geest en de wereld (3), de Geest en de mens (4) en de Geest en de christelijke gemeente (5). Dat is een goede greep (die overigens ruimte had kunnen bieden aan enkele actuele thema’s die in de bundel buiten beschouwing blijven, zoals ecotheologie en missiologie).
Het eerste essay, van oudtestamenticus Eep Talstra, is meteen een van de hoogtepunten. Het zet de goede toon: de veelstemmigheid van de bijbelse teksten, betoogt Talstra, moet niet worden gladgestreken in de theologie, maar alle ruimte houden om ons te verrassen en uit balans te brengen, en ons ervan te doordringen dat God “met huid en haar” en “kwetsbaar” betrokken is in het verhaal dat zich ontvouwt.
Als het lezen van de Bijbel verrast, benoemt Van der Kooi dit als “het werk van de Geest” en benoemt hij het zelf liever als “historisch-kritische bijbelse wetenschap”, aldus Talstra (en je vermoedt hier een ondeugende twinkeling in zijn ogen). “After a while we both became convinced that there is not a great difference between these two lines of thinking after all.”

Het is onmogelijk om hier recht te doen aan de uiteenlopende bijdragen aan deze bundel – ook hier is sprake van een grote veelstemmigheid. Bruce McCormack en Bram van de Beek gaan beiden in op Barth, waarbij Van de Beek een verrassend perspectief aanreikt op de theologie van Van der Kooi. Martien Brinkman verkent het christologische begrip “plaatsvervanging” op creatieve wijze als een pneumatologisch begrip, en Carl Bosma biedt een nauwgezette en waardevolle studie van enkele passages in Lucas-Handelingen rond gebed en de gaven van de Geest.
Kortom, dit is een spannende essaybundel die bij aandachtige lezing nieuwe doorkijkjes biedt, dwarsverbanden legt en inzichten aanreikt die verder helpen. Het is een prikkelend “werkdocument” dat inderdaad laat zien dat er – zij het voorzichtig aan - “new pathways” lijken te worden gevonden binnen de protestantse theologie.

Enkele kritische noten
En toch is er iets aan de hand met deze bundel. Het zegt niet zozeer iets over de samenstellers (die uitstekend werk hebben verricht) of over de individuele auteurs, maar mogelijk wel iets over de staat van “Reformed theology”.

Van der Kooi hamert er zelf op dat systematische theologie niet los mag komen te staan van concrete geloofservaringen en -praktijken: daar waar gelovigen aangeraakt worden door God, in het krachtenveld van de Geest. De rol van systematische theologie bestaat uit het even een paar stapjes terug doen van de geloofspraktijk om het geheel van enige afstand te bekijken en er met enige samenhang over na te denken en “krijtstrepen” te trekken waarbinnen gehinkeld kan worden, maar het gáát om de omgang van God met mensen. Die geloofservaringen en -praktijken komen maar heel mondjesmaat ter sprake in deze bundel (een logische uitzondering vormt de bijdrage van Margriet van der Kooi, over pastoraat en zielzorg). Er wordt kundig theologie bedreven, maar het léven met God lijkt niet de voornaamste focus.

Daar kom nog iets bij. Het numerieke zwaartepunt van het christendom is allang verschoven naar het zuiden en het oosten. De geloofservaringen en -praktijken van christenen zijn overwegend ervaringen en praktijken van niet-westerse christenen. Van der Kooi heeft hier zelf goed oog voor. In de woorden van Cory Willson: 
Cornelis van der Kooi’s recent work on pneumatology is nothing short of a clarion call for a reorientation in systematic theology. A pivot must be made away from a methodology that simply looks to the past and stays inside academic guilds to one that incorporates an inquiry into the activity of the Holy Spirit in the life of Christians in the global church – a church whose composition is rapidly becoming more southern.”
De bijdrage van Willson zelf is de enige die stemmen vanuit niet-westerse theologie meeneemt (dat geven de samenstellers overigens ruiterlijk toe in hun voorwoord). Het blikveld van westerse protestantse theologie is in deze bundel nog erg beperkt en erg blank.

Charismatische theologie
In de derde plaats: de geloofservaringen en -praktijken in de wereldwijde kerk (ook binnen het protestantse smaldeel) zijn in toenemende mate charismatisch van aard. Een werkzaam leven lang heeft Van der Kooi ervoor geijverd dat ervaringen en theologische inzichten vanuit de pentecostale en charismatische bewegingen serieus genomen en verwerkt zouden worden binnen de westerse protestantse theologie. De bijdragen in deze bundel reiken soms interessante perspectieven aan rond de persoon en het werk van de Heilige Geest, maar pentecostale theologie en de theologie van de charismatische vernieuwing lijken nog altijd nauwelijks in beeld.

Als theoloog binnen de charismatische vernieuwingsbeweging New Wine (ontstaan toen de lichtelijk uitgebluste charismatische vernieuwing binnen de Anglicaanse kerk in de jaren tachtig een nieuwe impuls kreeg door John Wimber en de zogenaamde “derde golf”) mis ik verwijzingen naar het werk van bijvoorbeeld Graham Tomlin, N.T. Wright, Chris Wright, Craig Keener, Graham Twelftree, Douglas Erickson, Gordon Fee, Michael Bird, Simon Ponsonby, Derek Morphew en Dallas Willard.
Als het in deel 2 gaat over Spirit-Christology blijven de spannende theologische implicaties voor ónze betrokkenheid in de Missio Deï (“Jezus als ons rolmodel”) – waar Van der Kooi zelf wél op hint - dan ook vrijwel onbesproken. En als het in deel 3 gaat over de Geest en de wereld, komt de theologie van het Koninkrijk (“enacted, inaugurated eschatology”) niet in beeld.

Maar ook de theologen van de charismatische vernieuwing waarmee Van der Kooi zich verwant weet (de “tweede golf”, zeg maar, die sterk opkwam in de jaren zestig en in Nederland onder meer leidde tot de oprichting van de Charismatische Werkgemeenschap en de instelling van de bijzondere leerstoel voor charismatische theologie), blijken niet te zijn doorgedrongen als gesprekspartners rond pneumatologie. Karel Kraan, W.C. van Dam, Martien Parmentier, Peter Hocken, Thomas Weinandy, Francis MacNutt en Kilian McDonnell ontbreken in voetnoten en auteursindex, laat staan dat hun inbreng in de pneumatologie wordt verwerkt.

Andersom is er wél een bijdrage die uitdrukking geeft aan “streeptheologie” (Van Vlastuin), wat inmiddels tamelijk onhoudbaar lijkt en vreemd aandoet in een bundel die het werk van Van der Kooi wil verdisconteren en komt in een andere bijdrage een wel erg ongeïnformeerde taxatie van tongentaal voorbij (De Boer).

Misschien is dit niet zozeer kritiek op de bundel, als wel een vaststelling over het blikveld van “reformed theology” wanneer zij zich bezint op “new pathways” voor de pneumatologie. Er mag, kortom, nog best wat beter worden geluisterd naar het aanhoudende pleidooi van Kees van der Kooi.

Ronald Westerbeek, werkzaam als theoloog voor New Wine en redactielid van Inspirare.

N.a.v. The Spirit is moving. New Pathways in Pneumatology. Studies presented to Professor Cornelis van der Kooi on the occasion of his retirement. Studies in Reformed Theology, Vol. 38, Gijsbert van den Brink, Eveline van Staalduine-Sulman, Maarten Wisse (ed.), Brill Leiden, 2019, 410 blz.

Zie ook: https://www.tijdschriftinspirare.nl/

No comments:

Post a Comment