Ter gelegenheid van zijn
emeritaat werd aan professor Kees van der Kooi een bundel essays aangeboden
over een thema dat hem na aan het hart ligt: The Spirit is moving – New
Pathways in Pneumatology.
Om met de deur in huis te vallen: de samenstellers
- Gijsbert van den Brink, Eveline van Staalduine-Sulman en Maarten Wisse –
hebben een boek afgeleverd dat ertoe doet, met een indrukwekkende reeks
auteurs: van Benno van den Toren tot Richard Mouw en van Bruce McCormack tot
Michael Welker. Maar er is ook iets aan de hand met deze bundel.
Een boekbespreking (eerder verschenen in: Inspirare, tijdschrift voor charismatische & evangelische theologie, Vol. 4, 2019).
Kees van der Kooi Foto afkomstig uit het boek |
Er is veel in beweging op het terrein van de pneumatologie. Dit
boek, dat verscheen in de reeks “Studies in Reformed Theology”, laat zich lezen
als een prikkelende “stand van zaken” voor wat betreft de protestantse
theologie waartoe Van der Kooi zich rekent.
De herontdekking van de
pneumatologie heeft volgens de samenstellers te maken met een aantal
ontwikkelingen in de samenleving en de theologie gedurende de 20e
eeuw.
- Ten eerste de
verschuiving van modernisme naar postmodernisme en de bijbehorende hernieuwde
openheid voor spiritualiteit.
- In de tweede plaats heeft
ook de oecumenische beweging bijgedragen: vooral de dialoog met
oosters-orthodoxe theologie bewerkte een hernieuwde bezinning op de triniteit
en de persoon en het werk van de Heilige Geest.
- In de derde plaats was
uiteraard ook de opkomst van de pentecostale en charismatische beweging een
factor van belang: de academische theologie werd uitgedaagd door concrete
ervaringen van Gods Geest van christenen wereldwijd en in alle denominaties.
- Ten slotte moet ook de
invloed van de bijbelse theologie worden genoemd: hier groeide het besef dat de
Geest een veel actievere rol speelt in de heilsgeschiedenis en het leven van de
gemeente, als Gods “eschatologische hoogspanning” die vernieuwend inwerkt op de
schepping en haar Gods toekomst binnen trekt.
Veelstemmigheid
De samenstellers hebben
ervoor gekozen om de essaybundel te thematiseren aan de hand van de Geloofsbelijdenis
van Nicea, resulterend in vijf delen: de Geest en de Bijbel (1), de Geest en
Christus (2), de Geest en de wereld (3), de Geest en de mens (4) en de Geest en
de christelijke gemeente (5). Dat is een goede greep (die overigens ruimte had
kunnen bieden aan enkele actuele thema’s die in de bundel buiten beschouwing
blijven, zoals ecotheologie en missiologie).
Het eerste essay, van
oudtestamenticus Eep Talstra, is meteen een van de hoogtepunten. Het zet de
goede toon: de veelstemmigheid van de bijbelse teksten, betoogt Talstra, moet
niet worden gladgestreken in de theologie, maar alle ruimte houden om ons te
verrassen en uit balans te brengen, en ons ervan te doordringen dat God “met
huid en haar” en “kwetsbaar” betrokken is in het verhaal dat zich ontvouwt.
Als
het lezen van de Bijbel verrast, benoemt Van der Kooi dit als “het werk van de
Geest” en benoemt hij het zelf liever als “historisch-kritische bijbelse
wetenschap”, aldus Talstra (en je vermoedt hier een ondeugende twinkeling in
zijn ogen). “After a while we both became convinced that there is not a great
difference between these two lines of thinking after all.”
Het is onmogelijk om hier
recht te doen aan de uiteenlopende bijdragen aan deze bundel – ook hier is
sprake van een grote veelstemmigheid. Bruce McCormack en Bram van de Beek gaan
beiden in op Barth, waarbij Van de Beek een verrassend perspectief aanreikt op
de theologie van Van der Kooi. Martien Brinkman verkent het christologische
begrip “plaatsvervanging” op creatieve wijze als een pneumatologisch begrip, en
Carl Bosma biedt een nauwgezette en waardevolle studie van enkele passages in
Lucas-Handelingen rond gebed en de gaven van de Geest.
Kortom, dit is een
spannende essaybundel die bij aandachtige lezing nieuwe doorkijkjes biedt,
dwarsverbanden legt en inzichten aanreikt die verder helpen. Het is een
prikkelend “werkdocument” dat inderdaad laat zien dat er – zij het voorzichtig
aan - “new pathways” lijken te worden gevonden binnen de protestantse
theologie.
Enkele kritische noten
En toch is er iets aan de
hand met deze bundel. Het zegt niet zozeer iets over de samenstellers (die
uitstekend werk hebben verricht) of over de individuele auteurs, maar mogelijk
wel iets over de staat van “Reformed theology”.
Van der Kooi hamert er zelf
op dat systematische theologie niet los mag komen te staan van concrete
geloofservaringen en -praktijken: daar waar gelovigen aangeraakt worden door
God, in het krachtenveld van de Geest. De rol van systematische theologie
bestaat uit het even een paar stapjes terug doen van de geloofspraktijk om het
geheel van enige afstand te bekijken en er met enige samenhang over na te
denken en “krijtstrepen” te trekken waarbinnen gehinkeld kan worden, maar het
gáát om de omgang van God met mensen. Die geloofservaringen en -praktijken
komen maar heel mondjesmaat ter sprake in deze bundel (een logische uitzondering
vormt de bijdrage van Margriet van der Kooi, over pastoraat en zielzorg). Er
wordt kundig theologie bedreven, maar het léven met God lijkt niet de
voornaamste focus.
Daar kom nog iets bij. Het
numerieke zwaartepunt van het christendom is allang verschoven naar het zuiden
en het oosten. De geloofservaringen en -praktijken van christenen zijn overwegend
ervaringen en praktijken van niet-westerse christenen. Van der Kooi heeft hier
zelf goed oog voor. In de woorden van Cory Willson:
“Cornelis van der Kooi’s recent work on pneumatology is nothing short of a clarion call for a reorientation in systematic theology. A pivot must be made away from a methodology that simply looks to the past and stays inside academic guilds to one that incorporates an inquiry into the activity of the Holy Spirit in the life of Christians in the global church – a church whose composition is rapidly becoming more southern.”
De bijdrage
van Willson zelf is de enige die stemmen vanuit niet-westerse theologie
meeneemt (dat geven de samenstellers overigens ruiterlijk toe in hun voorwoord).
Het blikveld van westerse protestantse theologie is in deze bundel nog erg beperkt en erg blank.
Charismatische
theologie
In de derde plaats: de
geloofservaringen en -praktijken in de wereldwijde kerk (ook binnen het
protestantse smaldeel) zijn in toenemende mate charismatisch van aard. Een
werkzaam leven lang heeft Van der Kooi ervoor geijverd dat ervaringen en
theologische inzichten vanuit de pentecostale en charismatische bewegingen
serieus genomen en verwerkt zouden worden binnen de westerse protestantse
theologie. De bijdragen in deze bundel reiken soms interessante perspectieven
aan rond de persoon en het werk van de Heilige Geest, maar pentecostale
theologie en de theologie van de charismatische vernieuwing lijken nog altijd nauwelijks
in beeld.
Als theoloog binnen de
charismatische vernieuwingsbeweging New Wine (ontstaan toen de lichtelijk
uitgebluste charismatische vernieuwing binnen de Anglicaanse kerk in de jaren
tachtig een nieuwe impuls kreeg door John Wimber en de zogenaamde “derde golf”)
mis ik verwijzingen naar het werk van bijvoorbeeld Graham Tomlin, N.T. Wright,
Chris Wright, Craig Keener, Graham Twelftree, Douglas Erickson, Gordon Fee, Michael
Bird, Simon Ponsonby, Derek Morphew en Dallas Willard.
Als het in deel 2 gaat
over Spirit-Christology blijven de spannende theologische implicaties voor ónze
betrokkenheid in de Missio Deï (“Jezus als ons rolmodel”) – waar Van der Kooi
zelf wél op hint - dan ook vrijwel onbesproken. En als het in deel 3 gaat over
de Geest en de wereld, komt de theologie van het Koninkrijk (“enacted,
inaugurated eschatology”) niet in beeld.
Maar ook de theologen van
de charismatische vernieuwing waarmee Van der Kooi zich verwant weet (de
“tweede golf”, zeg maar, die sterk opkwam in de jaren zestig en in Nederland
onder meer leidde tot de oprichting van de Charismatische Werkgemeenschap en de
instelling van de bijzondere leerstoel voor charismatische theologie), blijken
niet te zijn doorgedrongen als gesprekspartners rond pneumatologie. Karel
Kraan, W.C. van Dam, Martien Parmentier, Peter Hocken, Thomas Weinandy, Francis
MacNutt en Kilian McDonnell ontbreken in voetnoten en auteursindex, laat staan
dat hun inbreng in de pneumatologie wordt verwerkt.
Andersom is er wél een
bijdrage die uitdrukking geeft aan “streeptheologie” (Van Vlastuin), wat
inmiddels tamelijk onhoudbaar lijkt en vreemd aandoet in een bundel die het
werk van Van der Kooi wil verdisconteren en komt in een andere bijdrage een wel
erg ongeïnformeerde taxatie van tongentaal voorbij (De Boer).
Misschien is dit niet
zozeer kritiek op de bundel, als wel een vaststelling over het blikveld van
“reformed theology” wanneer zij zich bezint op “new pathways” voor de
pneumatologie. Er mag, kortom, nog best wat beter worden geluisterd naar het aanhoudende
pleidooi van Kees van der Kooi.
Ronald Westerbeek, werkzaam als theoloog voor New Wine en redactielid van Inspirare.
N.a.v. The Spirit is moving. New Pathways in Pneumatology. Studies presented to Professor Cornelis van der Kooi on the occasion of his retirement. Studies in Reformed Theology, Vol. 38, Gijsbert van den Brink, Eveline van Staalduine-Sulman, Maarten Wisse (ed.), Brill Leiden, 2019, 410 blz.
Zie ook: https://www.tijdschriftinspirare.nl/
Zie ook: https://www.tijdschriftinspirare.nl/
No comments:
Post a Comment