Gereformeerde theologie en het heil
De gereformeerde traditie heeft altijd de samenleving en schepping op het oog gehad. Maar in de verzoeningsleer lag de nadruk zo sterk op de (juridische) rechtvaardiging van de zondaar, dat “heil” vrijwel ging samenvallen met “rechtvaardiging” en eeuwige redding voor de ziel. De vernieuwing van het leven en van de schepping werd - in weerwil van het brede gereformeerde perspectief - secundair. Het werd veelal behandeld onder de noemer van een deugdzaam leven uit dankbaarheid, van de christelijke ethiek, en niet gerekend tot de kern van Gods heil,of anders gezegd: de substantie van het heil.Een beknopte typologische schets (uit mijn thesis).
Redding van zondaren
Binnen gereformeerde theologie wordt het heil van God primair opgevat redding van zondaren door vergeving van zonden en verzoening met God. Hoewel meteen moet worden gezegd dat Calvijn met zijn notie van “tweevoudige genade” zowel de rechtvaardiging als de heiliging van zondaren benadrukte en daarmee ook de vernieuwing van het leven scherp in beeld had (Institutie, boek III). De calvinistische traditie heeft daarmee meer in handen dan de lutherse.
Vooral binnen het reformatorische en puriteinse piëtisme – denk in Nederland aan de Nadere Reformatie – gaat de aandacht sterk uit naar de ordo salutis in het eigen geestelijke leven, met nadruk op zondebesef en (voortgaande) bekering. Vooral het puriteinse piëtisme heeft ook steeds de concrete heiliging van het dagelijkse leven benadrukt, denk aan de opwekkingsbewegingen die grote nadruk legden op het breken met gokken en alcoholgebruik. Hierin klinkt het besef door dat Gods heil ook concrete uitwerking heeft in de sociale en politieke realiteit. Maar de kernvraag binnen het reformatorische en puriteinse piëtisme is: “Als Gods oordeel over de zonde aanbreekt, is mijn ziel dan gered voor de eeuwigheid?”[1]
Ook in de bredere gereformeerde traditie is er steeds de neiging geweest om het heil van God primair op te vatten als vergeving van zonden met oog op eeuwig behoud voor de ziel. Tegenover de rol van Kerk en sacramenten in vergeving en behoud in de katholieke traditie, benadrukte de Reformatie het sola fide - “rechtvaardiging door geloof alleen”. Dit kreeg in de gereformeerde traditie zo’n sterke nadruk, dat “heil” vrijwel samenviel met “rechtvaardiging”, stelt de Anglicaanse theoloog Alister McGrath vast.[2] De meeste gereformeerde soteriologieën behandelen vooral de rechtvaardigmaking door de toerekening van de rechtvaardigheid van Christus aan de zondaar: Christus droeg plaatsvervangend de straf op de zonde, opdat wij in Christus rechtvaardig voor God zouden staan (plaatsvervangende verzoening).
Juridische verzoeningsleer
In een omvangrijk artikel over de rechtvaardigmaking stelt de Lutherse theoloog Gerhard Sauter vast dat de theologie van de Reformatie vooral het taalveld van iustitia / iustificatio oppikte uit het Bijbelse taalgebruik (met name Paulus). De juridische verzoeningsleer speelde uiteraard al een rol in de westerse theologie, maar aangevuld met andere perspectieven op redding en verzoening. Met de Reformatie schoof de juridische verzoeningsleer naar het middelpunt. Gods heil kreeg sterk het karakter van (juridische) “rechtvaardiging”.[3] Sauter wijst erop dat die rechtvaardiging was bedoeld als een breed heilsbegrip: gelovigen krijgen in Christus deel aan Gods gerechtigheid voor henzelf en voor de hele schepping. In Christus mogen ze verwachten ook in het huidige leven al iets te ervaren van het nieuwe leven in God. Maar, concludeert Sauter, het geheel van de theologie komt onder de noemer van de rechtvaardiging te vallen. Hij citeert Luther: “The characteristic subject of theology is humanity, who is guilty of sin and condemned, and God who justifies and saves sinful humanity (deus iustificans et salvator - homo peccati reus ac perditus) Whatever is asked or discussed outside this subject in theology is a misconception and poison.”Calvijn: Rechtvaardiging én heiliging
Maar dan moet er nog wel iets gebeuren. De politieke en sociale dimensies van de heiliging worden in de gereformeerde theologie niet behandeld binnen de soteriologie, maar in de afgeleide rubriek van de christelijke ethiek. Sociale en ecologische gerechtigheid worden zo een kwestie van deugdzaam leven, maar dat ze behoren tot de substantie van het heil van God wordt niet herkend. Hoe je het ook wendt of keert, ze komen daarmee op het tweede plan.
Overigens, wat de substantie van het heil is, wordt verbazingwekkend genoeg zelden gedefinieerd in gereformeerde dogmatieken (in weerwil van Sauters claim dat rechtvaardiging bedoeld is als breed heilsbegrip). Zaakregisters omvatten begrippen als “heilsgeschiedenis” en “toe-eigening van het heil”, maar het kernbegrip “heil” zélf ontbreekt.[5] De inhoud van het begrip wordt verondersteld en de kennelijke lading is – gezien de focus en reikwijdte van de hoofdstukken over soteriologie - de “verzoening van zondaren door het plaatsvervangend sterven van Jezus Christus aan het kruis”.[6]
Theologisch belang
Het belang van de gereformeerde
theologie – en het lijkt me goed om dit vast te houden - is dat het probleem
van de menselijke zonde ernstig wordt genomen. De menselijke zonde is de
kern van het probleem, niet de schepselmatige eindigheid of het lijden. De mens
is niet alleen slachtoffer van de tragiek van het bestaan of de macht van het
kwaad, maar is zelf dader en staat schuldig tegenover God. Door de zondeval van
de mens is de hele schepping in de greep van het kwaad gekomen. De mens wordt
“in zonde ontvangen en geboren”, zeggen de klassieke gereformeerde
doopformulieren: al bij de geboorte is de mens aangelegd tot de zonde. Dat is
de negatieve kant van het verhaal. De positieve kant is Gods liefde en
vergeving.[1] Bijvoorbeeld
Wilhelmus á Brakel (1635-1711, De trappen
van het geestelijk leven, en Bernardus Smytegelt (1665-1739, Het gekrookte riet. Zie ook: Joel R. Beeke, The Quest for Full Assurance. The Legacy of Calvin and his Successors
(Edinburgh: The Banner of Truth, 1999).
[2] Alister McGrath, Iustitia Dei: A History of the Christian Doctrine
of Justification from 1500 to the Present Day (Cambridge: Cambridge
University Press, 1986).
[3] Gerhard Sauter, ‘God Creating
Faith. The Doctrine of Justification From the Reformation to the Present’, Lutheran Quarterly, Vol. XI (1997),
17-102.
[4] Bijvoorbeeld Hans Burger, Being in Christ. A Biblical and Systematic
Investigation in a Reformed Perspective
(Eugene:
Wipf & Stock, 2009); Julie Canlis, Calvin’s
Ladder. A Spiritual Theology of Ascent and Ascension (Grand
Rapids:
Eerdmans, 2010); J. Todd Billings, Union
with Christ. Reframing Theology and Ministry for the Church (Grand Rapids:
Baker Academic, 2011). Eerder al: Kees van der Kooi, Als in een spiegel. God kennen volgens
Calvijn en Barth (Kampen: Kok, 2002).
[5] Bijvoorbeeld
J. van Genderen and W.H. Velema, Concise
Reformed Dogmatics (Phillipsburg: Presbyterian &
Reformed
Publishing Company, 2008); Hendrik Berkhof, Christian Faith: An Introduction to the Study of the Faith
(Eerdmans, 1979); Louis Berkhof, Systematic
Theology (Grand Rapids: Eerdmans Publishing, 1932); Herman Bavinck, Reformed Dogmatics (Grand Rapids: Baker
Academics, 2008).
[6] De titel
die de presbyteriaanse theoloog John McIntyre koos voor zijn soteriologie is
veelzeggend: The Shape of Soteriology. Studies in the Doctrine of the Death of Christ (Edinburgh: T&T Clark, 1992). Soteriologie
gaat wat hem betreft – en hij is geen uitzondering – over de betekenis van de kruisdood
van Jezus Christus voor ons heil. Het leven en de bediening van Jezus schuiven
naar het tweede plan en hebben geen soteriologische betekenis, behalve in
zoverre ze toeleiden naar zijn lijden en sterven. Maar ook de opstanding, de
hemelvaart, de uitstorting van de Geest en het werk van de Geest van Pinksteren
tot aan de voleinding hebben zo geen soteriologische betekenis. Ter verdediging
van McIntyre moet worden gezegd dat hij zegt te proberen recht te doen aan de
verschillende verzoeningsmodellen die naar voren komen in het Bijbelse
taalgebruik, maar tegelijk is zijn impliciete veronderstelling dat het heil
“redding van zonden” is.
No comments:
Post a Comment