Thursday 19 February 2015

Boeiend godsdienstsociologisch paper over New Wine Nederland

Ruben van de Belt (bachelorstudent theologie aan de VU) schreef een boeiend paper over New Wine Nederland, vanuit godsdienstsociologisch perspectief.
In dit paper vergelijkt hij de positie van New Wine binnen de kleine gereformeerde kerken met die van het Evangelisch Werkverband binnen de PKN (onderzoek van Wilbert van Iperen) - met interessante verschillen. De moeite waard om online te zetten.

“Leven blazen in dode botten”[1]De  presentie en profilering van New Wine binnen de kleine gereformeerde kerken en (delen van) de Protestantse Kerk in Nederland

Door Ruben van de Belt

Verschillende auteurs hebben de afgelopen jaren gewezen op de evangelicalisering van de traditionele kerken.[2] Redenerend vanuit het perspectief van de evangelicals is het opgaan in traditionele kerken een mogelijk traject om zelfbehoud te bereiken, terwijl vanuit het gevestigde perspectief evangelicalisering een mogelijkheid is om een antwoord te vinden op vragen die kerk gesteld worden. In de Nederlandse context is een dergelijke beweging te zien in een aantal vernieuwingsbewegingen die zich binnen bestaande verbanden wil profileren met een evangelisch gedachtegoed. Zo denk ik aan de stichting Heart Cry, die zich richt op bevindelijke gemeenten en het Evangelisch Werkverband, opgericht binnen de Samen-op-Weg kerken—inmiddels de Protestantse Kerk in Nederland—wat zich voornamelijk profileert met de aandacht voor kleine groepen, en middels een band, Sela, bij wil dragen aan een vernieuwing in liturgisch opzicht. Het is te stellen dat vrijwel alle kerkelijke gemeenten in enige mate in aanraking komen met evangelische tendensen, waartoe men zich moet verhouden. Volgens theologen als Alister McGrath is het zelfs de toekomst van het protestantisme.[3] Ook ik, als auteur van dit stuk, verhoud me op positief-kritische wijze ten opzichte van dergelijke ontwikkelingen en wil ze  graag nader bekijken. Als—hopelijk—toekomstig predikant binnen de gereformeerde traditie voel ik mezelf in enige mate verbonden aan dat wat ‘charismatische vernieuwing’ wordt genoemd. Ooit was dat de context waar mijn geloof vernieuwd werd en ertoe heeft bijgedragen dat ik nu op mijn huidige plaats ben: ‘gereformeerd’ en ‘charismatisch’ vormen dus net zozeer onderdeel van mijn biografie als van dit onderzoek.

            In dit paper kijk ik naar een andere vernieuwingsbeweging: New Wine. Deze beweging is ontstaan binnen de Church of England en profileert zich in Nederland voornamelijk binnen de kleine gereformeerde kerken (Christelijke Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken) en delen van de Protestantse Kerk in Nederland.
            Alle bewegingen streven ernaar vernieuwing te bewerkstelligen binnen de gevestigde kerken—hoewel de methode en aandachtsgebieden verschillen—en dat roept een zekere dynamiek op. De receptor van de nieuwe beweging moet reageren op de gewenste vernieuwingen; de bewegingen moeten op zoek naar vruchtbare vormen en wegen om hun doelen te bereiken. In dat kader heeft Wilbert van Iperen een onderzoek gedaan naar de presentie, profilering en receptie van het Evangelisch Werkverband binnen de PKN, waarbij hij in het bijzonder heeft gelet op de dynamiek die ontstaat binnen die kerk als gevolg van het handelen van de beweging.[4] Dat onderzoek is een inspiratiebron geweest om een onderzoek uit te voeren naar New Wine vanuit dezelfde vraagstelling.
            Daarbij moet echter opgemerkt worden dat er een aantal belangrijke verschillen is tussen het Evangelisch Werkverband en New Wine. Zo is de eerste ontstaan vanuit het initiatief van een aantal gereformeerde- en hervormde predikanten uit Nederland, terwijl de tweede ontstaan is in de context van de anglicaanse kerk in Engeland; de verschillende achtergronden moeten verdisconteerd worden bij een vergelijking tussen beide. In dat opzicht delen ze een ander aspect: beide zijn opgekomen binnen de volkskerk. Daarom is het des te opvallender dat New Wine zich in Nederland voornamelijk profileert binnen de kleine gereformeerde kerken en slechts in bepaalde delen van de PKN—een eerste blik suggereert dat het bij de laatste voornamelijk gaat om gemeenten die ook gekleurd worden door het Evangelisch Werkverband. Het opereren binnen de context van traditionele ‘keuzekerken’ in tegenstelling tot een ‘volkskerk’ vormt de achtergrond van het werk van New Wine.
            Ondanks de verschillen lijkt de door van Iperen voorgestelde onderzoeksvraag toepasbaar. Ik kies er daarom voor om zijn vraagstelling te operationaliseren voor New Wine, waaruit de volgende formulering voortkomt:
            Hoe presenteert en profileert de stichting New Wine zich binnen de kleine gereformeerde kerken en de Protestantse Kerk in Nederland, hoe wordt deze beweging binnen het geheel van de kerk(en) ontvangen en welke dynamiek is op grond hiervan te onderscheiden?[5]
Hierbij merk ik op dat de omvang van dit paper in het niet valt bij het onderzoek door van Iperen. Dat kan ik verantwoorden door enerzijds te wijzen op het kortere bestaan van New Wine ten opzichte van het Evangelisch Werkverband en anderzijds de beperktere omvang van de stichting en de andere aard van de beweging—zo heeft New Wine een lagere organisatiegraad.[6]
            Deze kanttekening gemaakt hebbend kijk ik eerst naar de methodologie van het onderzoek, waarbij de aandacht uitgaat naar de zogenoemde ‘frame-analyse’ en sociale bewegingen. Vervolgens wordt gekeken naar definities die voorkomen in het onderzoek, waaronder ‘charismatisch’ en ‘gereformeerd.’ Daarna worden de historische wortels van New Wine geschetst, om daarna aandacht te geven aan de ‘theologie van het Koninkrijk’ als belangrijk element om New Wine te begrijpen. Het grootste deel van dit paper wordt benut om de beweging te bezien vanuit de geschetste methoden, om af te sluiten met een conclusie aangaande de onderzoeksvraag.


Methodologische opmerkingen
In navolging van van Iperen kies ik voor een tweetal perspectieven: de frame-analyse en New Wine als sociale beweging, om zo de resultaten van dit onderzoek te kunnen vergelijken met zijn onderzoek.
            Voordat de frame-analyse besproken wordt dien ik eerst het concept ‘frame’ verhelderen: het betreft een mentale oriëntatie die de perceptie en de interpretatie van een mens stuurt.[7] Binnen dat frame zijn een aantal elementen te onderscheiden: inhoud, cognitieve structuur, zowel individueel als collectief, en een onderscheid tussen ‘frame’ als moment en ‘framing’ als proces.[8] Vragen die daardoor ontstaan zijn onder andere: welk beeld van de kerken wordt gehanteerd? Welke argumenten worden daarvoor gebruikt? Op welke wijze proberen de framemanagers de beweging te betrekking in hun oordeel? Bij deze methode gaat de aandacht voornamelijk uit naar een beperkt aantal ‘gezaghebbende’ teksten van New Wine. Zodoende spelen vooral leiders een belangrijke rol in deze analyse; hoe ‘gewone’ kerkleden zich profileren en presenteren binnen hun geloofsgemeenschappen valt buiten het perspectief van deze methode. Daarnaast wordt opgemerkt dat een ‘frame’ in staat gesteld wordt te veranderen door een vaststaande kern van de cognitieve structuur; zij vormt als het ware de ruggengraat die het lichaam in staat stelt te bewegen maar toch stabiliteit te behouden. De cognitieve structuur zorgt voor continuïteit in een veranderingsproces. Een ‘frame’ is dus een dynamisch concept en moet als zodanig benaderd worden.
            Een andere benadering die van Iperen kiest is die van de sociale beweging. Daarin wordt een onderscheid gemaakt tussen een viertal ideaaltypen, vastgesteld op grond van twee variabelen: het object van kritiek en de gebezigde aanpak.[9] Hieruit volgen “1) de maatschappijkritische beweging: gericht op het individu en militant; 2) de conversie-beweging: gericht op het individu en militant; 3) alternatieve gemeenschap: gericht op de maatschappij en niet-militant en 4) mysticisme: gericht op het individu en niet-militant.”[10] Bij zijn bespreking van deze ideaaltypen merkt van Iperen op dat een directe toepassing op de situatie van het Evangelisch Werkverband niet zonder problemen is, daar zij een beweging is binnen een gedeelte van de maatschappij.[11] Wat ontbreekt is het accent van een vernieuwingsbeweging binnen een bepaald deel van de samenleving. Die context zorgt ervoor dat de beweging enerzijds kritisch is, maar tevens—als onderdeel van het grotere geheel—afhankelijk van de organisatie. Hier gaan het Evangelisch Werkverband en New Wine in zekere mate uiteen: daar waar de eerste zich richt op vernieuwing binnen de PKN, doet New Wine dat over kerkmuren heen.[12] De beweging is actief in verschillende denominaties en profileert zich ook als zodanig. Hierbij wordt opgemerkt dat New Wine zich in de praktijk voornamelijk richt op—of anders: voornamelijk weerklank vindt binnen—de kleinere gereformeerde kerken. Ondanks dat het niet een duidelijk afgebakende organisatie betreft wordt hier gewerkt onder de hypothese dat deze gemeenten—door de hoge mate van interactie onderling op andere platformen—samen een ‘imagined community’ vormen.[13] ‘Imagined’ omdat de meeste mensen binnen die kerken elkaar niet kennen en nooit zullen ontmoeten, maar zich met elkaar verbonden voelen in het gezamenlijke beeld van hun gemeenschap, gegroepeerd rondom een aantal parakerkelijke organisaties—waar New Wine er in mijn hypothese een van is—, landelijke media en maatschappelijke initiatieven.[14] Daarnaast een ‘community’ omdat er binnen die organisaties een sterk gevoel van verwantschap en verbondenheid is. Aspecten die een rol spelen bij de bestudering van de beweging binnen die bestaande kerken zijn ‘exclusiviteit,’ ‘kerkelijke structuur’ en ‘loyaliteit.’ Zij zijn van belang daar ze inherent zijn aan het ‘frame’ van de beweging. In welke mate ziet zij zichzelf als de exclusieve plek waar het ‘ware geloof’ te vinden is?’ Hoeveel ruimte biedt de kerkelijke structuur aan de beweging? In hoeverre is de beweging loyaal aan de organisatie waar zij zich in beweegt? Hoewel het voor dit onderzoek te ver voert om er uitgebreid op in te gaan blijven de concepten op de achtergrond een rol spelen.
            Deze twee lijnen—frame-analyse en sociale bewegingen—zullen de gehanteerde methoden zijn in het vervolg van dit onderzoek. Daarin kijk ik vooral naar een beperkt corpus aan teksten van de leiders van de beweging, de line-up van sprekers en thematiek van hun spreekbeurten op de zomerconferentie van de beweging, de wijze waarop de beweging invloed uit willen oefenen op predikanten binnen de kerken en de ondersteuning die geboden wordt aan lokale gemeenten. Daarnaast heb ik Dick Westerkamp, oprichter van New Wine Nederland geïnterviewd. Alle observaties uit het onderzochte worden geanalyseerd, maar voordat daar ruimte toe is dient een aantal begrippen verhelderd te worden.

Definities
In dit onderzoek staat een aantal termen centraal die verduidelijking behoeven. Het betreft voornamelijk de begrippen evangelisch, charismatisch en gereformeerden. Deze begrippen zullen dan ook kort omschreven worden, zonder de pretentie compleet te zijn.
            Wanneer er gesproken wordt over ‘evangelisch’ komen de karakteristieken van Bebbington in beeld: nadruk op het gezag van de Bijbel, Jezus als verlosser door zijn kruisdood, de oproep tot persoonlijke bekering, en de maatschappelijke betrokkenheid.[15] Daarbij stelt Klaver voor om een tweetal aspecten bij te voegen: de beweging primair als vernieuwingsbeweging—met de daarbij behorende moeizame relatie tot de status quo—en de evangelische beweging als transnationale beweging. Dit laatste is zeker het geval wanneer gekeken wordt naar New Wine; hoewel het een Nederlandse stichting betreft is de band met moederorganisatie in het Verenigde Koninkrijk expliciet aanwezig in bijvoorbeeld de zomerconferentie, waar (vrijwel) altijd sprekers uit de Engelse tak aanwezig zijn.
            Echter, de term ‘evangelisch’ is niet meer toereikend om aan te wijzen waarover gesproken wordt. Binnen deze stroming bevindt zich nog een aantal substromingen, zoals het pentecostalisme en het charismatisch christendom. Zoals verwacht vertonen deze varianten veel overeenstemming met het evangelicalisme, maar hebben zij ook een eigen accent: de nadruk op de vernieuwende kracht van de heilige Geest.[16] Dit accent moet overigens op waarde worden geschat: het charismatisch christendom is zeer diffuus, zowel als het gaat om theologie als praktijken.[17] Toch is het mogelijk om bewegingen als ‘charismatisch’ aan te duiden wanneer wordt uitgegaan van een definitie als een set ‘familiekenmerken,’ waarbij ik vooral denk aan de criteria van Bebbington, aangevuld door Klaver en Lalleman—vooral de laatste is belangrijk daar de expliciete nadruk op manifestaties van de heilige Geest een distinctief element van het charismatisch christendom is ten opzichte van de evangelische stroming.[18]
            Hoewel ‘gereformeerd’ een aanduiding is van een christelijke traditie die zich verbonden weet met de Reformatie, is die groep zeer diffuus en kenmerkt het zich door pluraliteit. Om het begrip handzaam te maken wordt het hier gebruikt om te wijzen op gelovigen binnen de Christelijk Gereformeerde Kerken, Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, Nederlands Gereformeerde Kerken en delen van de Protestantse Kerk in Nederland.[19] Het gaat daarbij vooral om de kerken die zichzelf beschouwen als ‘orthodox’ in de protestantse traditie. Kenmerken zijn te vinden in de hoge waardering van een theoloog als Johannes Calvijn, maar ook in het expliciet verwijzen naar de Drie Formulieren van enigheid—hoewel die in de verschillende groepen een andere status hebben. Een andere wijze om de identiteit van deze gereformeerden te beschrijven is uit te gaan van het geschetste ‘vijandsbeeld.’ Daarbij wordt vooral gewezen op ‘vrijzinnigheid’ binnen de andere delen van de gereformeerde kerken, waarbij vooral de aversie tegen theologen als Harry Kuitert en Klaas Hendrikse typerend is.

Herkomst en ontwikkeling
Binnen de Church of England vormt New Wine een netwerk van kerken met aandacht voor een charismatische geloofsbeleving—verbonden met de zogeheten Third Wave Charismatic Renewal.[20] Ze werd opgericht in 1989 door de Anglicaanse geestelijken David Pytches en Barry Kissel, beiden geïnspireerd door de charismatisch voorganger John Wimber.[21] Vanaf het begin is de beweging dan ook nauw verbonden met het gedachtegoed van Wimber en diens beweging Vineyard in de Verenigde Staten. Pytches ziet als bisschop van de Anglicaanse Kerk in Chili een onverwachte groei van de kerk en verlangt er in Engeland, als hij weer voorganger is, om daar eenzelfde groei te mogen meemaken.[22] De sleutels van die groei ziet hij in de “toerusting van gewone christenen in de bediening van de gaven en de kracht van de heilige Geest.”[23]
            In de jaren ’80 komen Dick en Jeannette Westerkamp, toen nog zendelingen, in contact Pytches op een conferentie, en raken daar overtuigd van zijn visie. In een interview zegt Westerkamp daar het volgende over:
            In Engeland heb ik drie dingen geleerd. Allereerst was er degelijk onderwijs over de Persoon en het werk van de heilige Geest, en dus ook over de gaven van de Geest. De bijzondere gaven zijn niet         gestopt na de tijd van Handelingen. Daarnaast zag ik een manier van gemeente-zijn die ruimte geeft aan          het werk van de Geest, om zo met kracht te getuigen te midden van een ongelovige wereld. Ten slotte              heb ik geleerd onbevangen te luisteren naar God. In Chorleywood [de plek waar Pythces voorganger             was] werd na het onderwijs gezegd: We leggen nu onze bijbels aan de kant en we zijn open naar wat     God in ons midden wil doen. Heel bijzondere momenten waren dat. Je zag mensen helemaal warm                worden van Gods liefde.[24]
Wanneer Wersterkamp in 1993 beroepen wordt door de NGK te Houten probeert hij het gedachtegoed van New Wine te integreren in de gemeente. Dat lukt en de klassiek gereformeerde gemeente verandert in een gemeenschap die—hoewel nog steeds gereformeerd—charismatisch georiënteerd is, zowel in theologie als in muziek, en die sterk groeit in ledental.[25] Vervolgens wordt in 2003 New Wine Nederland opgericht, die enerzijds sterk gericht is op de Engelse beweging maar anderzijds zoekt naar eigen accenten. Overigens ondervindt New Wine in de beginjaren weerstand van voornamelijk Gereformeerd vrijgemaakte predikanten, die de beweging middels opiniestukken in het Nederlands Dagblad aanvallen en tevens met een brochure komen waarin ze stellen dat de kerken meer dan genoeg hebben.[26] Dat deze weerstand vooral vanuit ‘vrijgemaakte hoek’ komt is volgens Westerkamp te verklaren vanwege de geschiedenis van die kerken: hij ziet daarin de neiging om zich niets te laten gezeggen door iets wat van buitenaf komt, zoals een vernieuwingsbeweging.[27] De organisatie probeert gestalte te geven aan haar missie “kerken toerusten met oog op Gods koninkrijk”—waarbij het typerend is dat deze missie niet alleen op de website te vinden is maar tevens in de Nederlandse vertaling van een boek van Derek Morphew, als theoloog betrokken bij het Vineyard Bible Institute.[28] Dat New Wine Nederland die missie kiest mag geen toeval heten daar haar theologie te omschrijven is als een ‘theologie van het Koninkrijk.’[29] Om de presentie en profilering van New Wine goed te begrijpen dient eerst deze theologische benadering besproken te worden.

Een theologie van het koninkrijk
Het koninkrijk van God staat centraal in de theologie van New Wine. Dat is onder andere zichtbaar in een aantal seminars die over het onderwerp gegeven wordt, zoals Theologie van het Koninkrijk als basis voor New Wine.[30] Eenzelfde tendens is zichtbaar wanneer het schriftelijk materiaal voor de zogenoemde ‘ministy cursus,’ een leerlijn rondom ‘persoonlijke voorbede.’[31] In het verlengde daarvan blijken theologen binnen New Wine voornamelijk in gesprek te gaan met contemporaine theologen die tevens het koninkrijk als ‘grand narrative’ van het evangelie zien. Zo is voornamelijk de Anglicaanse theoloog Nicholas T. Wright een inspiratiebron, hoewel hij zelf niet betrokken is bij New Wine.[32] Eenzelfde patroon tekent zich wanneer gekeken wordt naar een tweetal publicaties die in enige mate representatief zijn voor de beweging. De eerste is het boek De grote Doorbraak: Ontdek het Koninkrijk van Derep Morphew, met op de omslag een aanbeveling van Dick Westerkamp, de voormalig-voormalig-voorzitter, waaruit blijkt dat het “de achtergrond is … van waaruit ook New Wine wil werken,” en het boek Herstelwerk: De Geest werkt van schepping tot voleinding van Willem Smouter, bestuurslid van de beweging.
            Zoals eerder opgemerkt is het ontstaan van New Wine Engeland in verband te brengen met Vineyard, een charismatische beweging in de Verenigde Staten. Het is dan ook typerend dat die verbinding in Nederland wordt voortgezet middels de belangrijke rol die het boek van Morphew, directeur van het Vineyard Bible Institute, inneemt: het vormt de basis voor de cursussen over het koninkrijk op de conferentie en wordt aanbevolen door het bestuur van de beweging. De theologie van Morphew—en daarmee in ieder geval ten dele van New Wine Nederland—laat zich omschrijven als een theologie van geïnaugureerde eschatologie. De heilsgeschiedenis wordt gezien als vervulling van het Oude Testament—voornamelijk van Jesaja—en heeft het Koninkrijk van God in de wereld gebracht.[33] Dat Koninkrijk is zichtbaar geworden in het handelen van Jezus, maar is nog niet volledig in de wereld. Een kernthema in Morphew’s theologie is het woordpaar ‘reeds’ en ‘nog niet’ om de spanning weer te geven in het christelijke leven.[34] Dat wordt rechtstreeks verbonden met de praktijk van gebedsgenezing waar sommigen genezen en sommigen niet. Daarnaast drukt Morphew een vertrouwen uit dat de gaven van de Geest ook vandaag nog beschikbaar zijn; het Koninkrijk is immers “onder ons.”[35] Dat maakt deze theologie enerzijds een nuancering op wat Morhpew het triomfalisme binnen (delen van) de Pinksterbeweging noemt, en anderzijds een nuancering op de “streep-theologie” van sommige traditionele kerken. Het Koninkrijk, met alle implicaties, is “onder ons” maar zowel ‘reeds’ als ‘nog niet.’
            Eenzelfde tendens is zichtbaar in het boek van Smouter over het werk van de heilige Geest. Ook daar komen het gereformeerde- en het charismatische accent samen, niet enkel in theologie maar ook in de biografie van de schrijver:
            Ik ben van mijzelf niet zo spiritueel. En bovendien ben ik goed gereformeerd. Dus als je die twee samen neemt, dan kun je nagaan dat ik er nooit aan gedacht heb dat ik nog eens een boek zou schrijven over de gaven van de Geest.[36]
In het boek gaat hij, zoals de titel doet vermoeden, in op het werk van de heilige Geest. Ondanks dat hij niet expliciet spreekt over het koninkrijk is de thematiek duidelijk aanwezig. Ook bij Smouter treffen we de spanning tussen ‘reeds’ en ‘nog niet’ wanneer hij zegt: “het werk van de Geest in Jezus Messias was geweldig mooi, maar tegelijk zo pijnlijk onaf.”[37] Toch is het boek voornamelijk hoopvol en bemoedigend voor de lezer: God woont onder de mensen, geeft hen kracht en is een “enorme steun voor het leven onderweg naar Gods toekomst.”[38] Ook hier wordt een theologie aangetroffen waar gebedsgenezing en gaven van Geest een belangrijk aspect vormen, terwijl het tevens genuanceerd wordt door de huidige situatie te omschrijven als ‘onderweg zijn.’
            Een theologie van het Koninkrijk bij New Wine benadrukt enerzijds dat de Geest van God ook vandaag werkt en anderzijds onderstreept het dat de wederkomst nog aanstaande is.[39] Uitgangspunt is echter dat het Koninkrijk niet louter is was voor Jezus en zijn discipelen, maar voor het persoonlijke leven van het gelovig individu. Deze observatie is belangrijk zijn wanneer gekeken wordt naar het ‘frame’ dat New Wine hanteert wanneer het als vernieuwingsbeweging naar de kerken kijkt.

Profilering en presentie: frame-analyse
Bij een ‘frame-analyse’ van het gedachtegoed van New Wine gaat de aandacht vooral uit naar het door de beweging gevormde beeld van het geheel waarbinnen zij actief is.[40] Waar van Iperen zich kon richten op beeldvorming binnen het Evangelisch Werkverband aangaande de PKN, blijkt dat bij New Wine weerbarstiger. Zij is voornamelijk actief binnen de kleinere gereformeerde kerken, zoals de Nederlands Gereformeerde Kerken en—zij het in mindere mate—de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Christelijk Gereformeerde Kerken. Daardoor kan het geheel waarbinnen New Wine actief is ten hoogste aangeduid worden als een ‘imagined community.’ Voor nu zal die aanduiding gehanteerd worden om te bezien of het enige mate correspondeert met de bevindingen.
            Wanneer New Wine in missie- en visiedocumenten schrijft over de kerken in Nederland dan stelt het dat geestelijke vernieuwing nodig is, waarbij het aangeeft dat te verwachten van de heilige Geest, “die gegeven is om Christus en de komst van het Koninkrijk in onze wereld zichtbaar te maken.”[41] De beweging ziet die observatie bevestigd doordat jongeren ook de orthodoxe kerken verlaten en dat die plekken weinig inspirerend blijken te zijn—waarbij Westerkamp opmerkt dat vanzelfsprekend gechargeerde uitspraken zijn die wel in enige mate corresponderen met de praktijk.[42] Zo ziet de voormalig-voormalig-voorzitter wel kerken die “recht in de leer zijn, maar waarvan weinig zichtbaar wordt in de praktijk van het dagelijks leven.”[43] Daarnaast stelt Simon Ponsonby, hoofdspreker op de zomerconferentie 2014, dat mensen niet meer naar de kerk komen omdat die niet meer ‘brandt.’[44] Dat laatste moet begrepen worden als het ontbreken van aandacht voor de heilige Geest in de lokale kerken. Deze observatie vormt mede een verklaring waarom de beweging in grote delen van de PKN onbekend is: de ‘diagnose’ van New Wine wordt slechts door de ‘orthodoxe’ delen van de kerk gedeeld; overige delen herkennen de stelling en bijbehorende relevantie niet. Daarmee is een voor New Wine typerend element aangetroffen: in de context waarin de beweging actief is ziet men de theologie als ‘orthodox genoeg,’ maar die ‘rechte leer’ moet zichtbaar worden in het dagelijks leven—waarbij New Wine overigens niet enkel denkt aan het spirituele aspect, maar ook aan maatschappelijke betrokkenheid van de gelovigen.
            De eerder geschetste context van ‘relatief orthodoxe kerken’ vormt de achtergrond wanneer de oprichter spreekt over pluraliteit binnen de kerken. Het bestaan van verschillende stromingen acht Westerkamp niet verkeerd, zolang men elkaar niet verkettert.[45] De grenzen van die pluraliteit worden echter gevormd door de ‘orthodoxie,’ waarbij hij voornamelijk wil kijken naar wat hij ‘de kern van het christelijk geloof’ noemt.[46] Over de onderwerpen die niet bij die kern horen, zoals de doop, kan en mag er verschil van mening zijn.
            Op dit moment kan op basis van het bovenstaande gesteld worden dat het ‘frame’ van New Wine aangaande de ‘imagined community’ van de kleine gereformeerde kerken en de delen van de Protestantse Kerk in Nederland over het algemeen positief is over de mate waarin die kerken ‘orthodox’ zijn. Dat beeld wordt aangevuld door zowel in missie en visie als het op conferenties te stellen dat die kerken geestelijke vernieuwing nodig hebben in de lijn van de Third Wave Charismatic Renewal. New Wine ziet de kerken als orthodox maar, om het met Ponsonby te zeggen, niet meer als brandende kerken.

Profilering en presentie: sociale bewegingen
In zijn onderzoek naar het Evangelisch Werkverband heeft van Iperen voornamelijk gekeken naar de maatschappijkritische beweging en de conversiebeweging.[47] Hij merkt op dat de beschrijving voornamelijk in bepaalde elementen toepasbaar is daar het Evangelisch Werkverband niet binnen de gehele maatschappij actief is maar binnen een specifieke organisatie—hoewel de beweging met enige regelmaat stelt dat het de samenleving wil vernieuwen. Voor New Wine lijkt iets gelijksoortigs het geval: ook zij is niet actief binnen de gehele samenleving, maar richt zich op een deel daarvan, zij het kleiner dan het Evangelisch Werkverband maar strikt genomen wel meer organisaties dan enkel de Protestantse Kerk in Nederland. De context waarin New Wine zich bevindt is echter ook theologische gesproken anders: waar het Evangelisch Werkverband onder andere strijdt tegen ‘vrijzinnigheid’ en ‘liberalisme’ binnen de PKN, richt New Wine zich voornamelijk ook kerken (of delen van de kerk) die theologisch gesproken ‘orthodox’ en ‘conservatief’ zijn, zonder te menen dat die context volstrekt eenduidig is.[48] Desondanks ziet ook New Wine vrijzinnigheid als een traditie buiten het christelijk geloof: de kritiek is niet afwezig, maar voornamelijk niet relevant binnen het geheel waar New Wine werkzaam is.[49]
            Wanneer de context waarin beide bewegingen opereren dusdanig verschilt ligt het ook voor de hand dat ze zich daarbinnen anders profileren—ook wanneer de aanduiding ‘maatschappijkritische beweging’ wordt gehanteerd. Zo wijst van Iperen erop dat het Evangelisch Werkverband zeer kritisch is over de huidige toestand van de PKN.[50] Echter, dergelijke expliciete bewoordingen zijn bij New Wine niet te vinden: er wordt wel gesproken over het streven “naar geestelijke vernieuwing van de kerken in Nederland,” maar een expliciet oordeel over de huidige staat van de kerk blijft achterwege.[51] Toch lijkt de roep om vernieuwing impliciet te wijzen op de kennelijke noodzaak daarvan, en de staat van de kerk die daarmee samenhangt; zoals gezegd staat de kerk niet meer ‘in brand.’ Wanneer die aanduiding wordt aangevuld met de immer doorgaande leegloop van de kerken wordt zij een impliciet oordeel over die kerken. Toch lijkt het daarbij vooral te gaan om ‘charismatische’ elementen, en niet zozeer om een gebrek aan orthodoxie binnen de kerken waarin New Wine weerklank vindt. Daarin verschilt ze van het Evangelisch Werkverband die toch vooral tegen het ‘vrijzinnige’ en ‘liberale’ gedachtegoed binnen de PKN wil strijden. Wanneer New Wine over de kerken spreekt gebeurt dat met een andere, voornamelijk hoopvolle, toon:
            De plaatselijke kerk is de hoop voor de wereld. We geloven dat Jezus Zijn gemeente bouwt door Zijn            Geest en dat alle gemeenteleden worden geroepen mee te werken aan de komst van het Koninkrijk. De       heilige Geest geeft daarbij gaven, gewone en opvallende, om het lichaam van Christus te laten        functioneren zoals het bedoeld is.[52]  
Voor nu kan daarom opgemerkt worden dat New Wine ‘maatschappijkritische’ elementen in zich draagt, maar dat deze zich meer richten op het ontbreken van charismatische accenten binnen de kleine gereformeerde kerken dan op het gebrek aan ‘orthodoxie.’ Die elementen worden impliciet en in hoopvolle termen verwoord, waardoor de kritiek zelden manifest en direct wordt. Daarnaast kan worden opgemerkt dat op de zomerconferentie relatief veel aandacht is voor maatschappelijke thema’s zoals politiek, duurzaamheid en moderne slavernij.[53] In dat opzicht lijkt New Wine meer gericht te zijn op de hele samenleving dan het Evangelisch Werkverband, hoewel het daarbij vooral een beroep doet op christelijke organisaties en deze thema’s in het materiaal van de stichting zelf niet tot nauwelijks zichtbaar is.
            Een ander door van Iperen gehanteerd ideaaltype is de ‘conversiebeweging’ die het instituut waarbinnen het actief, in tegenstelling tot de maatschappijkritische beweging, ziet als een neutraal gegeven maar waarbij het daadwerkelijke probleem ligt bij de individuen binnen die organisatie.[54] Veel van het werk van New Wine past binnen die aanduiding. Zo richt de beweging zich meer op gemeenteleden en predikanten, dan op gemeenten en de landelijke kerken. Over het eerste staat in de visie de New Wine “christenen [wil] helpen te groeien in hun persoonlijke toewijding aan Jezus Christus … Bij onze activiteiten willen we op geen enkele wijze druk uitoefenen op mensen of ze manipuleren, maar hen helpen de christelijke vrijheid te ontdekken en te ervaren.”[55] Dat is onder andere zichtbaar in het kringmateriaal wat door New Wine wordt aangeboden—voornamelijk vertalingen van materiaal uit Engeland.[56] Eenzelfde tendens wordt zichtbaar in het programma van de zomerconferentie. Veel ‘seminars’ richten zich op de spiritualiteit van het individu en hebben een sterk pastorale insteek.[57] Daarnaast wordt er tijdens de conferentie een zogeheten ‘ministry cursus’ aangeboden, waar het voornamelijk gaat over ‘persoonlijke voorbede:’ het bidden voor iemand in aanwezigheid van diegene, al dan niet met handoplegging. Die cursus vormt ook een belangrijk element in het landelijke werk van de beweging; in verschillende regio’s en gemeenten worden de bijeenkomsten aangeboden.[58] Deze aandacht voor de individuele gelovigen maakt New Wine tot een kind van de Third Wave Charismatic Renewal, waarbij “Equipping the saints” centraal staat.[59] Deze observatie past in grote mate binnen het kader van de conversiebeweging.
            Tevens richt New Wine zich op de leiders van kerken—in het bijzonder op voorgangers en predikanten—omdat ze het belangrijk vindt “dat er goed leiding wordt gegeven in kerken.”[60] Dat wordt gedaan door leiders die zich aangesproken voelen voor New Wines ‘theologie van het Koninkrijk’ met elkaar in contact te brengen en lokale netwerken te faciliteren. Daarbij stelt Westerkamp dat “vernieuwing haast onmogelijk is wanneer de predikant zich geen aanhanger toont.”[61] Ook biedt New Wine een predikantenretraite aan, waar voorgangers kennis kunnen maken met het gedachtegoed van de beweging en voor zich kunnen laten bidden. Naast de eerder genoemde ‘ministry cursus’ vormt het werk onder predikanten een belangrijk element in het werk van New Wine. Dat komt ook tot uitdrukking in de diensten op de zomerconferentie waar tijdens de dienst op woensdag 23 juli—tevens de dag waarop predikanten als ‘gast van de organisatie’ een apart programma wordt aangeboden—in de hoofdtent expliciet gebeden wordt voor predikanten en, wanneer ze uit de zaal naar voren zouden komen, gezalfd konden worden. Deze observatie wordt gesteund wanneer de voormalig-voorzitter stelt dat de beweging binnen een aantal kerkverbanden meer contact heeft met lokale kerken en individuen dan met de synodes.[62]
            Uit het interview met Westerkamp blijkt dat New Wine voornamelijk weerklank vindt binnen de kleine gereformeerde kerken. Effect binnen de PKN blijft echter achter. Een mogelijke verklaring daarvoor lijkt te liggen in de aanduiding van het Evangelisch Werkverband als ‘maatschappijkritisch’ door van Iperen. Naast een verschil in profilering tussen de maatschappijkritische beweging en de conversiebeweging zou ik ook op een verschil in respons willen wijzen: is het mogelijk dat het inherent is aan de eerste dat zij dusdanig veel meer aandacht genereert dan de laatste? Functioneert een conversiebeweging aanzienlijk minder wanneer binnen de organisatie reeds een maatschappijkritische beweging aanwezig is? De case van New Wine lijkt dat te bevestigen.
            Kijkend naar de beschrijving van de conversiebeweging voldoet New Wine aan dat profiel: het grootste aandeel van haar activiteiten is gericht op individuele christenen en op de leiders van de kerken. Wanneer dat aangevuld wordt met het geloof van de organisatie in ‘vernieuwing’ volgt daaruit de conclusie dat die vernieuwing vooral plaats moet krijgen door die individuen in kerkbank en op de kansel: New Wine lijkt dan ook primair een conversiebeweging, en in mindere mate een maatschappijkritische beweging.

Conclusies
New Wine ziet de kleine gereformeerde kerken en de delen van de Protestantse Kerk in Nederland waarbinnen het werkzaam is als ‘orthodoxe kerken’ die echter meer ruimte moeten geven aan de heilige Geest. De kerk is ‘recht in de leer’ maar ‘brandt niet meer.’ Wanneer deze observatie vergeleken wordt met de observaties van Wilbert van Iperen blijkt dat de context een andersoortige vernieuwing vraagt: ‘liberalisme’ en ‘vrijzinnigheid’ vormen niet het probleem, maar het gebrek aan ‘vuur’ in de kerk. Om dat te bereiken stelt New Wine zich voornamelijk op als conversiebeweging, zich richtend op zowel kerkleden als kerkleiders en toont zich daarmee een goede erfgenaam van de Third Wave Charismatic Renewal, en in mindere mate als maatschappijkritische beweging door kritiek te leveren op de afwezigheid van charismatische elementen in de kerken. De dynamiek die deze presentie en profilering oproept blijkt zeer afhankelijk van de context: in de Nederlands Gereformeerde Kerken, met haar lage kerkstructuur, is New Wine goed geland, terwijl het in de Christelijk Gereformeerde Kerken en (voornamelijk) de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt moeilijker blijkt, mede vanwege historische aspecten. Waar New Wine een bepaalde dynamiek lijkt los te maken binnen de kleine gereformeerde kerken, lukt dat binnen de PKN maar mondjesmaat. Een mogelijke verklaring daarvoor zoek ik in de aanwezigheid van het Evangelisch Werkverband binnen die kerk; deze beweging maakt is sinds haar oprichting een spanningsvolle dynamiek los waardoor het lastig blijkt voor een ‘nieuweling’ zich duidelijk te profileren; ondanks dat beide bewegingen elkaar als bondgenoot zien lijkt een zekere concurrentie toch onontkoombaar, in ieder geval waar het om de aandacht van de kerk. Daarnaast lijkt het karakter van de beweging daar ook debet aan: kan een conversiebeweging functioneren binnen een organisatie waar reeds een maatschappijkritische beweging actief is, die zich naar haar aard veel luidruchtiger gedraagt? Een ander aspect van een verklaring ligt in de observatie dat het vooral predikanten die reeds bij het Evangelisch Werkverband betrokken zijn die zich verbonden voelen met New Wine. Het is mogelijk dat zij zich binnen de PKN vooral identificeren met het Evangelisch Werkverband en daarna pas met New Wine—wellicht vanwege chronologie.

Nawoord
Wellicht heeft het iets met mijn leeftijd te maken maar als jonge theoloog spreekt New Wine mij aan, al was het maar omdat de aanduiding ‘vernieuwing’ iets bij mij losmaakt. Ik ben theologie gaan studeren uit een hoopvol idealisme—een ander zou het naïviteit noemen. Voortdurend zoek ik naar manieren waarop de kerk relevant kan zijn voor de samenleving. In het gedachtegoed van New Wine tref ik dat aan: de nadruk op de geloofsbeleving van het subject, aanzet tot maatschappelijke betrokkenheid en een balans tussen gereformeerde- en charismatische elementen, de tradities die als een rode draad door mijn biografie lopen. Toch dringt mij dan de vraag op hoe selectief ik ben in mijn waardering. Selecteer ik uit het gedachtegoed van New Wine toevallig de aspecten die mij aanspreken? Er zijn immers ook elementen die mijn niet of minder aanspreken, maar die neem ik blijkbaar voor lief. Toch geeft New Wine mij, een bricolage christen en dito theoloog, vooral hoop. Niet zozeer dat de kerk wordt zoals de beweging dat beoogt, maar vooral dat christenen elkaar in de marge van de samenleving ontmoeten en opzoek gaan naar een vruchtbare samenwerking. Het is juist dat element, het samen optrekken van charismatischen en gereformeerden—, van New Wine dat mij aanspreekt: een bricolage kerk voor een bricolage christen.   

Author: Ruben van de Belt (BA-student, VU University Amsterdam)
  
Bibliografie
  • Anderson, Benedict, Imagined Communities: Reflections on the Origin and Spreak of        Nationalism (London: New Left Books, 71996).
  • Bebbington, D.W., Evangelicalism in Modern Britain: A history from the 1730’s to the       1980’s (London: Taylor & Francis, 1989).
  • Clack, B., & Clack, B.R., The Philosophy of Religion: A Critical Introduction (Cambridge:            Polity Press, 22008).
  • Dijkman, P.J., “De transformatie van een kerk” Wapenveld 58:4 (2008), 4-7.
  • Fokker, J., Ministrycursus: Bidden met mensen in de kracht van de heilige Geest (Houten: New Wine Uitgaven, 1998).
  • Grenz, S.J., Renewing the Center: Evangelical Theology in a Post-Theological Era (Grand            Rapids: Baker Academic, 2000).
  • Iperen, van, W., Balanceren in de kerk: Onderzoek naar presentie, profilering en receptie van        het Evangelisch Werkverband binnen de Protestantse Kerk in Nederland, 1995-2010            (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum Academic, 2014).
  • Johnston, H., “A Methodology for Frame Analysis: From Discourse to Cognitive Schemata,”       in Johnston, H. & Klandermans, B. (red.), Social Movements and Culture         (Minneapolis: University of Minnesota Press, 1995), 217-246.
  • Klaver, M., “De evangelicale beweging” in ter Borg, M. et al (red.), Handboek Religie in   Nederland (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2008), 146-159.
  • —— & Versteeg, P., “Evangelicalisering als proces van religieuze verandering”       Praktische       theologie: Nederlands tijdschrift voor pastorale wetenschappen 34:2 (2007), 169-182.
  • Lalleman, P.J., “De evangelische beweging in Groot-Brittanië,” Ellips 4 (2006), 22-25.
  • Morphew, D., De grote Doorbraak: Ontdek het Koninkrijk (Amersfoort: Inside Out           Publishers, 22006).
  • Percy, M., “A Place at High Table: Assessing the Future of Charismatic Christianity” in    Davie, G., Heelas, P., & Woolhead, L. (red.), Predicting Religion: Christan, Secular and Alternative Futures (Burlington: Ashgate Publishing Company, 2003), 95-108.
  • Roeland, J.H., Selfation: Dutch Evangelical Youth Between Subjectivation and Subjection (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2009).
  • Schreuder, O., “Bewegingen en verandering: effecten van verschillende typen bewegingen,”        in Thurlings, J.M.G. et al (red.), Institutie en beweging (Deventer: Van Loghum   Slaterus, 1990), 58-109.
  • Smouter, W., Herstelwerk: De Geest van schepping tot voleinding (Zoetermeer: Uitgeverij             Boekencentrum, 2006).
  • Stark, R., “Why Religious Movements Succeed or Fail: A Revised General Model” Journal of      Contemporary Religion 11:2 (1996), 133-146.
  • Stoffels, H., “Protestantisme,” in ter Borg, M. et al (red.), Handboek Religie in Nederland             (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2008), 122-145.
  • Westerbeek, R,. Life to the Full: From Creation to Re-creation (Masterthesis), (Amsterdam:          2014).




Voetnoten



[1] De titel is ontleend aan een interview met oprichter en voormalig voorzitter van New Wine Nederland, Dick Westerkamp, en vormt een verwijzing naar Ezechiël 37 (25 november 2014).
[2] Cf. Miranda Klaver, “De evangelicale beweging” in Meerten ter Borg et al (red.), Handboek Religie in Nederland (Zoetermeer: Uitgeverij Meinema, 2008), 146-159; Miranda Klaver & Peter Versteeg, “Evangelicalisering als proces van religieuze verandering,” Praktische Theologie: Nederlands tijdschrift voor pastorale wetenschappen 34:2 (2007), 169-182; Martyn Percy, “A Place at High Table? Assessing the Future of Charismatic Christianity” in Grace Davie, Paul Heelas & Linda Woolhead, Predicting Religion: Christian, Secular and Alternative Futures (Burlington: Ashgate Publishing Company, 2003), 95-108; Hijme Stoffels, “Protestantisme” in Meerten ter Borg et al (red.), Handboek Religie in Nederland (Zoetermeer: Uitgeverij Meinema, 2008), 122-145.
[3] Ter illustratie: Alister McGrath, Evangelicalism & the Future of Christianity (Boston: InterVarsity Press, 1995). Daarnaast kan worden verwezen naar een interview met hem: Govert Buijs & Herman Paul, “Het einde van het protestantisme: Interview Alister E. McGrath,” Beweging 67:3 (2003), 29-34.
[4] Wilbert van Iperen, Balanceren in de kerk: Onderzoek naar presentie, profilering en receptie van het Evangelisch Werkverband binnen de Protestantse Kerk in Nederland, 1995-2010 (Zoetermeer: Boekencentrum Academic, 2014).
[5] Voor de oorspronkelijke onderzoeksvraag, zie: Van Iperen, Balanceren in de kerk, 11 vv. Het door Iperen tussen haakjes geplaatste adjectief “spanningsvolle” wordt niet overgenomen, vanwege mijn bezwaar dat een dergelijke toevoeging als te sturend bij de beantwoording kan worden ervaren. Het enkel noemen van “dynamiek” laat open wat aangetroffen wordt in de verzamelde data.
[6] In tegenstelling tot het Evangelisch Werkverband heeft New Wine in Nederland geen kantoor en weinig betaalde krachten—het betreft veelal predikanten die het werk voor de stichting naast hun gemeentewerk doen—en steunt het voornamelijk op vrijwilligers.
[7] Hank Johnston, “A Methdology for Frame Analysis: From Discourse to Cognitive Schemata,” in: Hank Johnston & Bert Klandermans (eds.), Social Movements and Culture (Minneapolis: University of Minnesota Press, 1995), 217; cf. Van Iperen, Balanceren in de kerk, 49.
[8] Voor een uitgebreidere bespreking van deze elementen, zie: Van Iperen, Balanceren in de kerk, 49 vv. Van Iperen hanteert het ‘sociaal’ als tegenstelling van ‘individueel.’ Mijns inziens doet die keuze te kort: ook het frame van een individu is sociaal daar het immers een beeld vormt van de werkelijkheid, andere mensen incluis. Met zijn tegenstelling wil van Iperen vooral wijzen op het ‘frame’ dat binnen de beweging wordt gehanteerd. Om dat tot uitdrukking te laten komen kies ik voor ‘collectief’ als alternatief voor ‘sociaal.’
[9] Van Iperen, Balanceren in de kerk, 40-47.
[10] O. Schreuder, “Bewegingen en veranderingen: effecten van verschillende typen bewegingen,” in: J.M.G. Thurlings et al (red.), Institutie en beweging (Deventer: Van Loghum Slaterus, 1980)  61 vv. ; cf. Van Iperen, Balanceren in de kerk, 43.
[11] Van Iperen, Balanceren in de kerk, 45 vv.
[12] Van Iperen, Balanceren in de kerk, 223 v.
[13] Benedict Anderson, Imagined Communities: Reflections on the Origin and Spreak of Nationalism (London: New Left Books, 71996), 6 v. Hoewel Anderson schrijft over ‘imagined communities’ als natiestaten meen ik dat de term ook bruikbaar is op het meso-niveau van verschillende onderdelen daarvan, zoals de kerken. 
[14] Om deze hypothese te onderbouwen wordt er gewezen op de intentie van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken om samen te gaan, de nauwe samenwerking van de drie kerken op het gebied van academisch onderwijs en onderzoek, alsmede—althans voor bepaalde delen van de kerken—de politieke voorkeur voor de ChristenUnie, het lidmaatschap van de Evangelische Omroep, e.d. Voor een uitgebreidere bespreking, cf: Stoffels, “Protestantisme,” 136 v.
[15] David W. Bebbington, Evangelicalism in Modern Britain: A history from the 1730’s to the 1980’s (London: Taylor & Francis, 1989). Cf. Klaver, “De evangelicale beweging,” 225.
[16] Klaver, “De evangelicale beweging,” 225. Ze wijst daarbij op het werk van Lalleman, die voorstelt om het criterium van de heilige Geest toe te voegen aan Bebbington’s criteria. Voornamelijk omdat dat accent centraal staat in de snelst groeiende en grootste tak van het evangelicalisme. Cf. Pieter J. Lalleman, “De evangelische beweging in Groot-Brittanië,” Ellips 4 (2006), 22-25.
[17] Percy, “The Future of Charismatic Christianity,” 96 v., 101 v.
[18] Beverly Clack & Brian R. Clack, The Philosophy of Religion: A Critical Introduction (Cambridge: Polity Press, 22008), 4-7.
[19] Bij deze ‘delen’ wordt voornamelijk gedacht aan gemeenten en/of predikanten die verbonden zijn met de Gereformeerde Bond, Confessionele Vereniging of Vereniging Confessioneel Gereformeerd Beraad. Cf. Van Iperen, Balanceren in de kerk, 225.
[20] Voor een overzicht van de historische wortels van de evangelische en charismatische beweging, zie: Stanley J. Grenz, Renewing the Center: Evangelical Theology in a Post-Theological Era (Grand Rapids: Baker Academic, 2000).
[21] Die inspiratie komt onder andere tot uiting in een boek dat David Pytches samen schrijft met John Wimber, Come Holy Spirit: Learning How to Minister in Power (Hodder: AJM, 1994) en een boek dat Pytches schrijft over Wimber, John Wimber: A Tribute (Wiltshire: Eagle Publishers, 1998).
[22] Pieter Jan Dijkman, “De transformatie van een kerk” Wapenveld 58:4 (2008), 4-9.
[23] Dijkman, “De transformatie,” 5.
[24] Dijkman, “De transformatie,” 5 v.
[25] Johan H. Roeland, Selfation: Dutch Evangelical Youth Between Subjectivation and Subjection (diss.), (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2009), 71. Roeland onderzocht twee kerken in Houten, waaronder de NGK, en schrijft daarover: “Firstly, both of them had witnessed evangelicalisation tendencies. Secondly, both were characterised by an overwhelming presence of youngsters. Thirdly, Houten is representative in that developments there are observed and adopted by other places of worship elsewhere in the Netherlands.”
[26] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014). Het debat speelt voornamelijk in de begintijd van de beweging en verloopt via de opiniepagina van het Nederlands Dagblad. Cf.  http://www.nd.nl/search/search/page/6/query/new+wine (geraadpleegd op 25 november 2014); H. ten Brinke & J.W. Maris (red.), Meer dan genoeg: Het verlangen naar meer van de Geest (Barneveld: Uitgeverij Vuurbaak, 2004).
[27] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014). Zie bijlage voor de gestelde vragen.
[28] “Toerusting voor Gods Koninkrijk”: http://www.new-wine.nl/over-new-wine/missie-visie-en-waarden/ (geraadpleegd op 22 november 2014); Derek Morphew, De grote Doorbraak: Ontdek het Koninkrijk (Amersfoort: Inside Out Publishers, 22006), 285 v.
[29] Ronald Westerbeek, Life to the Full – From Creation to Re-Creation: An exploration of a Protestant soteriological framework to vindicate and assess the theological notion of “salvation as wholeness” in the charismatic renewal of New Wine (Masterthesis), (Amsterdam: 2014).
[30] Een seminar gegeven door Dick Westerkamp, de voorzitter en geestelijk leider van New Wine: http://www.new-wine.nl/zomerconferentie/programma/ (geraadpleegd op 24 november 2014).
[31] Jan Fokker, Ministycursus: Bidden met mensen in de kracht van de heilige Geest (Houten: New Wine Uitgaven, 1998).
[32] Zie ter illustratie de weblog van Ronald Westerbeek, die momenteel aan de Vrije Universiteit promoveert op een onderzoek naar “Kingdom theology and the theology of the charismatic renewal of New Wine.” Cf. “N.T. Wright and New Wine,” http://ronaldwesterbeek7.blogspot.nl/2014/11/nt-wright-and-new-wine.html (geraadpleegd op 25 november 2014). Een inventarisatie leert dat hij in verscheidene blogs voornamelijk verwijst naar de boeken Jesus and the Victory of God (London: Society for Promoting Christian Knowledge, 1996) en The Resurrection of the Son of God (Minneapolis: Fortress Press, 2003). Dat zijn de boeken waar Wright juist de basis voor zijn “inaugurated kingdom” legt.
[33] Morphew, De grote doorbraak, 15-44, 248-264.
[34] Morphew, De grote doorbraak, 148-158.
[35] Morphew, De grote doorbraak, 159-173.
[36] Willem Smouter, Herstelwerk: De Geest van schepping tot voleinding (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2006), 7.
[37] Smouter, Herstelwerk, 16-26.
[38] Smouter, Herstelwerk, 27-36.
[39] Deze observatie lijkt aan te sluiten bij de door Rodney Stark beschreven condities voor het al dan niet blijven bestaan van een religieuze bewegingen. De balans tussen ‘reeds’ en ‘nog niet’ sluit aan bij het wegblijven van empirisch toetsbare uitspraken; het ‘onderweg zijn’ waarborgt de mogelijkheid dat niet elk gebed verhoord wordt. Cf. Rodney Stark, “Why Religious Movements Succeed or Fail: A Revised General Model” Journal of Contemporary Religion 11:2 (1996), 133-146. Overigens moet daarbij opgemerkt worden dat Stark vooral lijkt te denken aan bewegingen buiten de gevestigde instituten, terwijl New Wine een beweging binnen de gevestigde instituten wil zijn.
[40] Cf. Van Iperen, Balanceren in de kerk, 230 v.
[41] “Missie,” http://www.new-wine.nl/over-new-wine/missie-visie-en-waarden/ (geraadpleegd op 26 november 2014).
[42] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014).
[43] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014).
[44] Simon Ponsonby, preek gehouden op dinsdag 22 juli 2014 op de New Wine Zomerconferentie.
[45] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014).
[46] Hierbij lijkt Westerkamp vooral te denken aan dogma’s als ‘triniteit,’ ‘twee-naturenleer,’ ‘verzoening door het kruis’ en andere leerstellingen die zich in de vroege kerk ontwikkeld hebben.
[47] Van Iperen, Balanceren in de kerk, 223.
[48] De tweedeling in de kerken waar New Wine actief is volgt niet zozeer de lijnen ‘vrijzinnig’ en ‘orthodox’ maar voornamelijk ‘gereformeerd’ en ‘evangelisch.’ Zo onderscheidt de godsdienstsocioloog binnen de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt een dergelijk tweedeling, veroorzaakt door een toenemende ‘evangelicalisering’ in de periode 1970-2010. Cf. Gerard Dekker, De doorgaande revolutie: De ontwikkeling van de Gereformeerde Kerken in perspectief (Barneveld: Uitgeverij De Vuurbaak, 2013).
[49] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014).
[50] Van Iperen, Balanceren in de kerk, 223 v.
[51] “Missie,” http://www.new-wine.nl/over-new-wine/missie-visie-en-waarden/ (geraadpleegd op 24 november 2014).
[52] “Vernieuwing van de christelijke gemeente,” http://www.new-wine.nl/over-new-wine/missie-visie-en-waarden/ (geraadpleegd op 24 november 2014).
[53] Zie bijvoorbeeld de seminars Creatief met hergebruik; Moderne slaverij: de uitbuiting van kwetsbaarheid en Heilige stoeptegels: over de missie van christelijke politiek : http://www.new-wine.nl/zomerconferentie/programma/ (geraadpleegd op 24 november 2014).
[54] Van Iperen, Balanceren in de kerk, 227 vv. Cf. Schreuder, Bewegingen en veranderingen, 81.
[55] “Persoonlijke geestelijke groei,”  http://www.new-wine.nl/over-new-wine/missie-visie-en-waarden/ (geraadpleegd op 24 november 2014).
[56] Ter illustratie de cursus Vrij zijn, een vertaling van een cursus van Mary Pytches, vrouw van de oprichter van New Wine Engeland. Zie: http://www.new-wine.nl/vrij-om-te-zijn/ (geraadpleegd op 24 november 2014).
[57] Zie bijvoorbeeld de seminars Leven na de genadeklap, Kenmerken van vrij zijn en Groeien in intimiteit met God : http://www.new-wine.nl/zomerconferentie/programma/ (geraadpleegd op 24 november 2014).
[58] “Ministy” http://www.new-wine.nl/ministry/ (geraadpleegd op 24 november). Deze benadering wortelt rechtstreeks in de ‘koninkrijkstheologie’ van New Wine, waar geloof in genezing—als teken van de inauguratie van het koninkrijk—een belangrijk element in is.
[59] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014).
[60] “Visie voor leiders,” http://www.new-wine.nl/over-new-wine/missie-visie-en-waarden/ (geraadpleegd op 24 november 2014).
[61] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014).
[62] Interview Dick Westerkamp (25 november 2014).

No comments:

Post a Comment